Operation Manual
3. Ventilatiegaten
De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet overhit raakt.
4. Bedieningspaneel
Zie Pag. 47 "Namen en functies van het bedieningspaneel van het apparaat (bij gebruik van het standaard
bedieningspaneel)" of Pag. 50 "Namen en functies van het bedieningspaneel van het apparaat (bij gebruik
van het Smart Operation Panel)".
5. Hoofdstroomschakelaar
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Als dit niet het
geval is, opent u het paneel van de hoofdstroomschakelaar en schakelt u deze in.
6. Interne lade 1
Gekopieerd of afgedrukt papier en faxberichten worden hier afgeleverd.
7. Voorklep
U kunt via deze opening de tonercartridge vervangen.
8. Papierlades (lade 1–2)
Hier plaatst u het papier in.
9. Onderste papierlades
Hier plaatst u het papier in.
2. Snel aan de slag
28