Operation Manual
U kunt [Frequent] en nog een toets voor elke titel selecteren.
9. Druk op [OK].
10. Druk op [Afsluit.].
11. Druk op [Faxbestemm.].
12. Druk op [Faxbestemming].
13. Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK].
14. Geef optionele instellingen op zoals [SUB-code], [SEP-code] en [Internationale TX
Modus].
Om [SUB-code] of [SEP-code] op te geven, drukt u op [Geav. eigensch.].
15. Druk op [OK].
16. Druk op [Afsluit.].
17. Druk op [OK].
18. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Een faxbestemming verwijderen
• Als u een bestemming verwijdert die als bezorgingsbestemming is ingesteld, kunnen berichten naar
de geprogrammeerde persoonlijke box niet worden bezorgd. Zorg dat u de instellingen van de
faxfunctie controleert voordat u bestemmingen verwijdert.
1. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
2. Druk op [Adresboekmanagement].
3. Druk op [Wijzigen].
4. Druk op [Faxbestemm.].
5. Selecteer de naam van de faxbestemming die u wilt verwijderen.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, faxnummer, mapnaam, e-
mailadres of IP-faxbestemming.
4. Fax
78