Operation Manual
• Wanneer u op briefpapier kopieert of afdrukt, is de richting waarin u het papier plaatst afhankelijk
van de functie die u gebruikt. Voor meer informatie, zie Pag. 150 "Papier met vaste afdrukrichting
of dubbelzijdig papier laden".
•
Wanneer u papier van hetzelfde formaat en type in twee of meer laden plaatst, gebruikt het
apparaat automatisch een van de laden waarvoor [Ja] is ingesteld bij [Auto Pap.selectie toep.] als
het papier in de eerst gebruikte lade op is. Deze functie wordt Automatische ladewisseling
genoemd. Deze functie zorgt ervoor dat u een kopieersessie niet hoeft te onderbreken voor het
aanvullen van papier tijdens het maken van een groot aantal kopieën. U kunt het papiertype van
de papierladen instellen bij [Papiertype]. Voor meer informatie over deze instelling, zie Het
apparaat aansluiten / Systeeminstellingen. Voor meer informatie over het instellen van de functie
Automatische ladewisseling, zie de handleiding Kopiëren / Document Server.
• Bij het plaatsen van etikettenpapier:
• Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken.
• Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
• Druk op [Handinvoer] en selecteer vervolgens de juiste papierdikte bij [Papiertype].
• Wanneer u OHP-transparanten plaatst:
• Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
• Bij het kopiëren op OHP-transparanten, zie Kopiëren / Document Server.
• Voor het afdrukken op OHP-transparanten vanaf de computer, zie Pag. 149 "Dik papier, dun
papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel".
• Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHP-
transparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
• Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
Dik papier
In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over dik papier.
Wanneer u dik papier wilt plaatsen van 106 – 220 g/m
2
(28 lb. bankpost – 80 lb. voorblad), moet u
de onderstaande aanbevelingen opvolgen om papierstoringen en verlies van afdrukkwaliteit te
voorkomen.
•
Sla al uw papier op in dezelfde omgeving, een ruimte met een temperatuur van 20 - 25°C (68 -
77°F) en een vochtigheidsgraad van 30 - 65%.
• Als u papier plaatst in de papierladen, moet u minstens 20 vellen plaatsen. Let er ook op dat de
zijwanden tegen de papierstapel aangeschoven zijn.
• Er kunnen papierstoringen optreden en het papier kan verkeerd worden ingevoerd wanneer u op
dikke gladde vellen afdrukt. Als u dergelijke problemen wilt voorkomen, moet u ervoor zorgen dat
gladde vellen grondig worden uitgewaaierd voordat u ze plaatst. Als papier ook nadat u het
Aanbevolen papier
157