Operation Manual

grondig uitgewaaierd heeft, blijft vastlopen of samen wordt ingevoerd, plaatst u het papier vel
voor vel in de lade voor handinvoer.
Selecteer [Dik papier 1], [Dik papier 2] of [Dik papier 3] als papierdikte bij [Instell. papierlade].
Als dik papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het
type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit
niet goed is.
Afdrukken kunnen opvallende verticale vouwen vertonen.
Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld. Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of
omgekruld.
Enveloppen
In dit gedeelte vindt u informatie en aanbevelingen over enveloppen.
Gebruik geen vensterenveloppen.
Er kunnen papierstoringen optreden, afhankelijk van de lengte en vorm van de flappen.
Voordat u enveloppen plaatst, drukt u ze naar beneden om lucht eruit te laten en de vier randen
glad te maken. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen
met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen plaatst.
CHU024
In de kopieermodus
De manier om enveloppen te plaatsen hangt af van de richting van de enveloppen. Bij het
kopiëren op enveloppen plaatst u deze volgens de toepasselijke richting die hieronder wordt
weergegeven:
9. Papier en toner bijvullen
158