Operation Manual

Wanneer u op briefpapier kopieert of afdrukt, is de richting waarin u het papier plaatst afhankelijk
van de functie die u gebruikt. Voor meer informatie, zie Pag. 177 "Papier met vaste afdrukrichting
of dubbelzijdig papier laden".
Wanneer u papier van hetzelfde formaat en type in twee of meer laden plaatst, gebruikt het
apparaat automatisch een van de laden waarvoor [Ja] is ingesteld bij [Auto Pap.selectie toep.] als
het papier in de eerst gebruikte lade op is. Deze functie wordt Automatische ladewisseling
genoemd. Deze functie zorgt ervoor dat u een kopieersessie niet hoeft te onderbreken voor het
aanvullen van papier tijdens het maken van een groot aantal kopieën. U kunt het papiertype van
de papierladen instellen bij [Papiertype]. Voor meer informatie over deze instelling, zie Het
apparaat aansluiten / Systeeminstellingen. Voor meer informatie over het instellen van de functie
Automatische ladewisseling, zie de handleiding Kopiëren / Document Server.
Bij het plaatsen van etikettenpapier:
Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken.
Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
Druk op [Handinvoer] en selecteer vervolgens de juiste papierdikte bij [Papiertype].
Wanneer u OHP-transparanten plaatst:
Het is aanbevolen slechts een vel papier per keer in te voeren.
Bij het kopiëren op OHP-transparanten, zie Kopiëren / Document Server.
Wilt u op OHP-transparanten afdrukken vanaf de computer, raadpleeg dan Pag. 174 "Dik
papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het bedieningspaneel".
Waaier OHP-transparanten zorgvuldig los wanneer u ze gebruikt. Hierdoor kunnen OHP-
transparanten niet samenkleven en verkeerd worden geplaatst.
Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
Bij het plaatsen van doorzichtig papier:
Bij het plaatsen van doorzichtig papier moet u altijd papier met een lange structuur gebruiken
en de papierrichting instellen volgens de structuur.
Doorzichtig papier absorbeert gemakkelijk vocht en gaat krullen. Verwijder de krul in het
doorzichtig papier voordat u het plaatst.
Verwijder gekopieerde of afgedrukte vellen één voor één.
Bij het plaatsen van gecoat papier:
Als u wilt afdrukken op gecoat papier, drukt u op het pictogram [Gebruikerstools] (
). Druk
vervolgens op [Instell. papierlade] en vervolgens op [Papiertype] voor iedere lade om het
[Papiertype] in te stellen op [Gecoat: Mat] en [Papierdikte] op de juiste papierdikte.
Als u wilt afdrukken op hoogglans gecoat papier, drukt u op het pictogram [Gebruikerstools]
(
). Druk vervolgens op [Instell. papierlade] en vervolgens voor iedere lade op [Papiertype].
Zorg ervoor dat u het [Papiertype] instelt op [Gecoat: Glanz.].
9. Papier en toner bijvullen
190