Operation Manual

12. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
Dik papier, dun papier of OHP-transparanten als papiertype instellen op het
bedieningspaneel
Gebruik OHP-transparanten van het formaat A4 of 8
1
/
2
× 11 en geef het formaat op.
Meestal kan maar op één kant van OHP-transparanten worden afgedrukt. Plaats de transparanten
met de afdrukzijde naar beneden.
Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen.
1. Druk op [Home] (
) onderaan in het midden van het scherm.
2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ).
3. Druk op [Instellingen papierlade].
4. Druk op [Papierformaat handinvoer] en selecteer vervolgens het papierformaat.
5. Druk op [OK].
6. Druk op [ Volg.].
7. Druk op [Papiertype: Handinvoerlade].
8. Selecteer de juiste items aan de hand van het papiertype dat u in wilt instellen.
Druk op [OHP (transparant)] in het gebied [Papiertype] bij het invoeren van OHP-
transparanten.
Om dun of dik papier te plaatsen, drukt u op [Niet weergeven] in het gebied [Papiertype] en
kiest u vervolgens een geschikte papierdikte in het gebied [Papierdikte].
9. Druk op [OK].
10. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( ).
11. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
Wij raden u aan de gespecificeerde transparanten te gebruiken.
Voor meer informatie over deze instelling, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
9. Papier en toner bijvullen
174