Operation Manual

5. Selecteer het papierformaat.
6. Druk op [OK].
7. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( ).
8. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
Papier met afwijkende afmetingen instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op [Home] ( ) onderaan in het midden van het scherm.
2. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] ( ).
3. Druk op [Instellingen papierlade].
4. Druk op [Printer handinvoer papierformaat].
5. Druk op [Aangepast formaat].
Indien er al een aangepast formaat is ingesteld, drukt u op [Formaat wijzigen].
6. Druk op [Verticaal].
7. Voer de verticale afmeting in met de cijfertoetsen en druk op [ ].
8. Druk op [Horizontaal].
9. Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens
op [ ].
10. Druk twee keer op [OK].
11. Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ( ).
Papier plaatsen
173