Operation Manual

Om een betere afdrukkwaliteit te krijgen, raden wij u aan de rechter, linker, bovenste en onderste
afdrukmarge ieder in te stellen op tenminste 15 mm (0,6 inch).
De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen
verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.
Gekopieerde of bedrukte vellen worden geleverd aan de interne lade, zelfs als u een andere lade
heeft opgegeven.
Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld.
Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn.
Een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad reduceren de afdrukkwaliteit en zorgen
ervoor dat de enveloppen gaan kreukelen.
Afhankelijk van de omgeving kan het kopiëren of afdrukken op enveloppen deze kreukelen, zelfs
als ze zijn aanbevolen.
Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het
apparaat komen. Als u een effen kleur op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de
overlappende randen van de envelop het dikker maken.
Aanbevolen papier
195