Operation Manual
8. Druk op [Verif. info] en vervolgens op [ Volg.].
9. Druk op [Spec. and. Ver.info.] rechts van "Mapverificatie".
Wanneer u [Niet opgeven] selecteert, worden de SMB-gebruikersnaam en het SMB-wachtwoord
dat u heeft opgegeven in "Standaard gebruikersnaam/wachtwoord [Verzenden]" van de
instellingen voor Bestandsoverdracht toegepast.
10. Druk op [Wijzigen] onder "Log-in gebruikersnaam".
11. Voer de log-in gebruikersnaam van de bestemmingscomputer in en klik vervolgens op
[OK].
12. Druk op [Wijzigen] onder "Log-in wachtwoord".
13. Geef het wachtwoord van de bestemmingscomputer op en druk vervolgens op [OK].
14. Voer het wachtwoord opnieuw in ter bevestiging en druk vervolgens op [OK].
15. Druk op [Map].
16. Controleer of [SMB] werd geselecteerd.
17. Druk op [Wijzigen] of [Blad. door netwerk] en specificeer vervolgens de map.
Om een map op te geven, kunt u handmatig het pad invoeren of de map vinden door door het
netwerk te bladeren.
18. Druk op [Verbindingstest] om te controleren of het pad goed is ingesteld.
19. Druk op [Afsluit.].
Als de verbindingstest mislukt, controleer dan de instellingen en probeer het opnieuw.
6. Scannen
116