Operation Manual

27
Bediening
Opmerkingen
Wanneer [Auto signaalzoeker] is ingesteld op [Uit] in het menu
Standaardinstelling 1
p.40
(de fabrieksinstelling is [Aan]), verschijnt het menu
Invoerselectie als u op de knop INPUT drukt.
Als geen signaal wordt uitgevoerd vanaf de aangesloten apparatuur, verandert
de invoer niet wanneer u op de knop INPUT drukt en wordt Er is geen ander
invoersignaal” getoond.
5
De plaatsingshoek van de projector aanpassen
De plaatsingshoek en de hoogte van het geprojecteerde beeld kunnen met het
stelvoetje worden aangepast.
1
Til de voorkant van de projector
omhoog tot de gewenste hoek,
duw dan de ontspanner van de
voetregelaar omhoog.
Het stelvoetje wordt uitgeschoven. Laat de
knop los om het stelvoetje in deze positie te
vergrendelen.
2
Draai het stelvoetje om de hoek
nauwkeurig af te stellen.
Als u het stelvoetje wilt inschuiven,
houdt u de projector omhoog terwijl u op de
ontgrendelknop van het stelvoetje drukt en laat
u de projector voorzichtig neer.
Opmerking
Wanneer [Auto Trapezoid] is ingesteld op [Aan] in het menu Standaardinstelling
1, wordt de trapezoïdale vervorming automatisch gecorrigeerd aan de hand van
de plaatsingshoek van de projector. Als u geen automatische correctie wenst, zet u
[Auto Trapezoid] op [Uit].
6
De beeldschermgrootte en scherpstelling aanpassen
1
Gebruik de zoomknop om de schermgrootte aan
te passen.
2
Gebruik de scherpstelknop om de scherpstelling
aan te passen.
7
Het volume regelen met de knoppen
Het luidsprekervolume kan worden geregeld wanneer een audiosignaal wordt
ingevoerd.
Voorkant