Operation Manual

5. Druk op [ ] of [ ] om [Nr.] te selecteren en voer vervolgens met de cijfertoetsen het
gewenste snelkiesnummer (1 t/m 8) in of het verkorte kiesnummer (1 t/m 100).
Het faxnummer en de faxnaam die op dat nummer zijn geregistreerd, worden weergegeven.
6. Druk op [ ] of [ ] om [Faxnr.] te selecteren en bewerk het faxnummer dan (maximaal 40
tekens).
Als u het faxnummer wilt verwijderen, drukt u op [ ] totdat het huidige nummer wordt verwijderd.
7. Druk op [ ] of [ ] om [Naam] te selecteren en bewerk vervolgens de faxnaam
(maximaal 20 tekens).
Als u de faxnaam wilt verwijderen, drukt u op [ ] totdat de huidige naam wordt verwijderd.
8. Bevestig de instelling en druk op de [OK]-knop.
9. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop om terug te keren naar het beginscherm.
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Pag. 99 "Tekens invoeren".
U kunt een wachtwoord voor toegang naar het [Adresboek]-menu instellen onder [Vergr.
beh.toepass].
6. Een fax verzenden en ontvangen
102