Operation Manual

Om het scannen te annuleren drukt u op de [Scanner]-knop en vervolgens op de [Wis/Stop]-
knop. De scanbestanden worden genegeerd.
U kunt het apparaat zodanig instellen dat er gescand wordt in zwart-wit, kleur of in grijswaarden
door de instelling [Scanmodus] onder scaninstellingen te wijzigen. Voor meer informatie, zie
Pag. 138 "Instellingen scannereigenschappen".
U kunt ook een bestemming opgeven via de sneltoetsen onder de [Pauze/Redial]-knop.
Als de instelling [Onbeperkt scannen] onder de scaninstellingen is ingeschakeld, kunt u
herhaaldelijk originelen op de glasplaat leggen in één enkele scanprocedure. Voor meer
informatie, zie Pag. 138 "Instellingen scannereigenschappen".
Als [Bestandstype]> onder scaninstellingen is ingesteld op [Meerdere pagina's], kunt u meerdere
pagina's scannen om één enkel PDF- of TIFF-bestand te maken met alle pagina's. Als u JPEG als
bestandsformaat heeft gekozen, wordt er voor elke gescande pagina apart een bestand
aangemaakt. Voor meer informatie, zie Pag. 138 "Instellingen scannereigenschappen".
Als er een papierstoring optreedt in de ADF wordt de scantaak afgewezen. Verwijder het
vastgelopen papier en scan alle originelen opnieuw. Voor instructies over het verwijderen van
papier dat in de ADF is vastgelopen, raadpleegt u Pag. 212 "Problemen met papierdoorvoer".
De scanbestemming opgeven met de sneltoesten of de [Pauze/Redial]-knop
In dit onderdeel wordt beschreven hoe een bestemming kan worden opgegeven met behulp van de
volgende toetsen:
Snelkiestoetsen
Gebruik deze om bestemmingen op te geven die als snelkeuzebestemmingen zijn geregistreerd.
[Pauze/Redial]-knop
Druk hierop om de laatst gebruikte bestemming op te geven als de bestemming voor de huidige
taak.
De sneltoetsen gebruiken
Druk op de sneltoets waaronder de gewenste snelkeuzebestemming is geregistreerd.
Druk op de [Shift]-knop om snelkeuzebestemmingen te gebruiken met nummer 5 t/m 8.
5. Originelen scannen
84