Operation Manual

De faxfunctie gebruiken vanaf een computer
(PC-fax)
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de faxfunctie van het apparaat kunt gebruiken op een
computer.
U kunt een document rechtstreeks vanaf een computer via dit apparaat naar een ander faxapparaat
sturen, zonder het document te hoeven afdrukken.
Basisbewerkingen voor het versturen van faxen vanaf een computer
Dit onderdeel beschrijft de basishandelingen voor het versturen van faxen vanaf een computer.
U kunt een bestemming uit het PC-faxadresboek selecteren of rechtstreeks handmatig een faxnummer
invoeren. U kunt faxen versturen naar maximaal 100 bestemmingen tegelijk.
De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 7.
Voordat u een fax verstuurt, slaat het apparaat alle faxgegevens op in het geheugen. Als het
geheugen van het apparaat vol raakt tijdens het opslaan van deze gegevens, zal de verzending
van de fax worden geannuleerd. Als dit gebeurt, kunt u de resolutie verlagen of het aantal
pagina's verminderen en het opnieuw proberen.
1. Open het bestand dat u wilt verzenden.
2. Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
3. Selecteer het PC-faxstuurprogramma als de printer en klik op [Afdrukken].
4. Geef een bestemming op.
Om een bestemming uit het PC-faxadresboek op te geven:
Selecteer een bestemming uit de [Lijst Gebruiker:] en klik vervolgens op [Aan Lijst toevoegen].
Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
Om een faxnummer rechtstreeks in te voeren:
Klik op het [Geef de bestemming op]-tabblad, voer een faxnummer (van maximaal 40 cijfers)
in bij [Faxnummer:] en klik vervolgens op [Aan Lijst toevoegen].
Herhaal deze stap om meer bestemmingen toe te voegen.
5. Voor het bijvoegen van een voorblad klikt u op [Voorblad bewerken] op het tabblad
[Geef de bestemming op] en vinkt u het vakje [Een voorblad bijvoegen] aan.
6. Klik op [Verzenden].
Zie de Help-functie van het PC-faxstuurprogramma voor meer informatie.
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (PC-fax)
117