Operation Manual

9. Druk op [ ] of [ ] om [Handm. Config.-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-
knop.
10. Druk op [ ] of [ ] om [Handm. Config.-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-
knop.
11. Voer het IPv6-adres in met behulp van de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-
knop.
12. Druk op [ ] of [ ] om [Lengte prefix] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
13. Voer het kengetal in met de cijfertoetsen en druk op de [OK]-knop.
14. Druk op [ ] of [ ] om [Gateway-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
15. Voer het gateway-adres met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop.
16. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop om terug te keren naar het beginscherm.
Als er een instelling gewijzigd is, start het apparaat automatisch opnieuw op.
17. Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren.
De IPv6-adresinstelling wordt weergegeven onder "IPv6-configuratie" op de configuratiepagina.
Draadloze LAN-installatie
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen van draadloos LAN via het bedieningspaneel
handmatig configureert. Zie de handleiding voor WiFi-instellingen voor het eenvoudig instellen met
behulp van WPS (Wi-Fi Protected Setup).
Als [Uitschakelen] is opgegeven voor de instelling [WiFi inschakelen], kunt u de [Installatiewizard]
niet gebruiken. Selecteer eerst [Inschakelen] voor de instelling [WiFi inschakelen]. Als u de
instelling [WiFi inschakelen] wijzigt, moet u het apparaat opnieuw opstarten.
Infrastructuurmodus
Gebruik de volgende procedure om handmatig verbinding te maken met de draadloze LAN-router of
het toegangspunt.
Zorg ervoor dat de router, het toegangspunt of het apparaat met draadloos LAN is ingeschakeld.
Controleer eerst de verificatiemethode en de naam van de router, het toegangspunt of het
apparaat met draadloos LAN (SSID/IBSS).
Netwerkinstellingen configureren
31