Operation Manual

De scaninstellingen opgeven
Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden
gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt
geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen voor de huidige taak via het bedieningspaneel
wijzigen.
Het scanformaat opgeven aan de hand van het formaat van het origineel
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u het scanformaat kunt opgeven aan de hand van het huidige
origineel.
1. Druk op [Scanform].
2. Druk op [ ] of [ ] om het formaat van het origineel te selecteren en druk vervolgens op
de [OK]-knop.
Als u iets anders heeft geselecteerd dan [Ang.fr], hoeft u de verdere stappen van de procedure niet
uit te voeren.
3. Druk op [ ] of [ ] om [mm] of [inch] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
4. Voer de breedte met de cijfertoetsen in en druk dan op de [OK]-knop.
Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
5. Voer de lengte met de cijfertoetsen in en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Om een komma in te voeren, drukt u op [ ].
U kunt de standaardinstelling [Scanformaat] van het apparaat zo instellen dat alle originelen
worden gescand met een bepaald scanformaat. Voor meer informatie, zie Pag. 138 "Instellingen
scannereigenschappen".
Instelling van de afbeeldingsdichtheid
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de afbeeldingsbelichting voor de huidige taak aanpast.
Er zijn vijf afbeeldingsbelichtingsniveaus. Hoe hoger het belichtingsniveau, hoe donkerder de gescande
afbeelding.
De scaninstellingen opgeven
87