Operation Manual

Controleer eerst de verificatiemethode en de naam van de router, het toegangspunt of het
apparaat met draadloos LAN (SSID/IBSS).
1. Klik in het [Start]-menu op [Alle programma's].
2. Klik op [Smart Organizing Monitor for SP xxx Series].
3. Klik op [Smart Organizing Monitor Status].
Als het apparaat dat u gebruikt niet is geselecteerd, klik dan op [Printer verbinden] en selecteer
vervolgens het apparaatmodel.
4. Klik op het tabblad [Gebr.tools].
5. Klik op [Printerconfiguratie].
6. Voer de toegangscode in en klik vervolgens op [OK].
De standaardtoegangscode is "Admin". Voer "Admin" in als u dit niet heeft gewijzigd. Dit is
hoofdlettergevoelig.
7. Op het tabblad [Netwerk 1] stelt u [Draadloze functie:] in op [Actief].
8. Op het tabblad [Draadloos] stelt u [Handmatige set-up] in op [Configuratiemethode].
9. Geef in [SSID] de SSID op in [Instelling draadloos LAN].
10. Stel[Communicatiemodus] in op [Infrastructuur].
11. In het vak [Verificatie] stelt u de authenticatiemethode in.
12. In het vak [Codering] stelt u de encryptiemethode in.
Als u [WPA2-PSK] of [Gemengde WPA/WPA2-modus] heeft geselecteerd bij [Verificatie], gaat u
door naar stap 17.
13. In het vak [WEP-sleutellengte] selecteert u [64 bit] of [128 bit].
14. In het vak [ID WEP-verzendsleutel] selecteert u de ID.
15. In het vak [WEP-sleutelindeling] selecteert u [Hexadecimaal] of [ASCII].
16. In [WEP-sleutel] voert u het wachtwoord in.
Indien u [WEP-sleutel] heeft opgegeven, gaat u door naar stap 18.
17. In [WPA-wachtwoord] voert u het wachtwoord in.
18. Klik op [OK].
19. Klik op [Afsl.].
20. Druk op de knop [Wi-Fi].
21. Controleer het resultaat.
De verbinding is geslaagd:
De [Wi-Fi]-knop stopt met knipperen en brandt nu continu.
1. Overzicht van het apparaat
20