Gebruikershandleiding Wat kunt u met dit apparaat? Snel aan de slag Kopiëren Fax Afdrukken Scannen Web Image Monitor Papier en toner bijvullen Problemen oplossen Bijlage Informatie die niet in deze handleidingstaat, kunt u terugvinden in deHTML/PDF-bestanden op de meegeleverde cd-rom. Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheidsinforma-tie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt.
INHOUDSOPGAVE Hoe werken de handleidingen..........................................................................................................................5 Symbolen in de handleiding..........................................................................................................................5 Specifieke modelinformatie............................................................................................................................... 6 Namen van belangrijkste onderdelen.......
Duplex (dubbelzijdig) kopiëren...................................................................................................................... 38 Gecombineerd kopiëren................................................................................................................................. 40 Enkelzijdig combineren............................................................................................................................... 41 2-zijdig Combineren..................................
Een e-mailbestemming verwijderen............................................................................................................71 Een e-mailadres opgeven door dit handmatig in te voeren.....................................................................72 Verzendopties opgeven...................................................................................................................................73 Resolutie..............................................................................
10. Bijlage Handelsmerken.............................................................................................................................................. 125 INDEX...........................................................................................................................................................
Hoe werken de handleidingen Symbolen in de handleiding De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft punten aan waar u rekening mee moet houden wanneer u het apparaat gebruikt en een uitleg van mogelijke oorzaken voor het vastlopen van papier, schade aan originelen of gegevensverlies. Lees deze uitleg zorgvuldig door. Geeft een aanvullende uitleg van de functies van het apparaat aan en instructies voor het oplossen van fouten die door de gebruiker zijn gemaakt.
Specifieke modelinformatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat. DBH040 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw apparaat.
Namen van belangrijkste onderdelen In deze handleiding wordt er als volgt verwezen naar de belangrijkste onderdelen van het apparaat: • Auto Document Feeder Automatische documentinvoer (ADF) 7
8
1. Wat kunt u met dit apparaat? U kunt een beschrijving zoeken op wat u wilt doen. Ik wil papier besparen BRL059S Dubbelzijdig afdrukken van documenten met meerdere pagina's (duplex kopie) Zie de handleiding Kopiëren . Documenten bestaande uit meerdere pagina's afdrukken op één vel (Combineren) Zie de handleiding Kopiëren . Ontvangen faxberichten dubbelzijdig afdrukken (2-zijdig afdrukken) Zie de handleiding Faxen .
1. Wat kunt u met dit apparaat? Ik wil documenten zonder veel moeite digitaliseren BQX138S Scanbestanden verzenden Zie de handleiding Scannen . Scanbestanden opslaan in een gedeelde map Zie de handleiding Scannen . Scanbestanden opslaan op media Zie de handleiding Scannen 10 .
Ik wil bestemmingen registreren Ik wil bestemmingen registreren BRL060S Het bedieningspaneel gebruiken om bestemmingen in het Adresboek te registreren Zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen . Downloaden van bestemmingen geregistreerd in het apparaat in de bestemmingslijst van het LAN-fax-stuurprogramma Zie de handleiding Faxen .
1. Wat kunt u met dit apparaat? Ik wil het apparaat efficiënter gebruiken BQX139S Vaak gebruikte printerinstellingen registreren in het printerstuurprogramma Zie de handleiding Afdrukken . De begininstellingen van het printerstuurprogramma wijzigen in vaak gebruikte printerinstellingen Zie de handleiding Afdrukken 12 .
U kunt met verschillende functies kopieën maken U kunt met verschillende functies kopieën maken CMQ002 • U kunt de afbeelding die moet worden gekopieerd, verkleinen of vergroten. Met de functie Automatisch verkleinen/vergroten berekent het apparaat automatisch de kopieerverhouding gebaseerd op het formaat van het origineel en het papier dat u hebt gekozen. Zie de handleiding Kopiëren .
1. Wat kunt u met dit apparaat? Met verschillende functies gegevens afdrukken CMQ004 • Dit apparaat ondersteunt netwerkverbindingen en lokale verbindingen. • U kunt bedrukt papier sorteren. Zie de handleiding Afdrukken 14 .
U kunt de scanner in een netwerk gebruiken U kunt de scanner in een netwerk gebruiken CJQ607 • U kunt scanbestanden naar een bepaalde bestemming verzenden via e-mail (scanbestanden verzenden via e-mail). Zie de handleiding Scannen . • U kunt scanbestanden direct naar mappen verzenden (scanbestanden verzenden met Scan to Folder). Zie de handleiding Scannen .
1. Wat kunt u met dit apparaat? Voorkomen dat informatie uitlekt (beveiligingsfuncties) CJQ608 • Door het instellen van wachtwoorden kunt u onbevoegde toegang via het netwerk voorkomen. • Zie de Veiligheidshandleiding 16 voor meer informatie.
Het apparaat via een computer controleren en instellen Het apparaat via een computer controleren en instellen Met behulp van Web Image Monitor kunt u de status van het apparaat nakijken en instellingen wijzigen. CJQ609 U kunt bijhouden van welke lade het papier opraakt, informatie in het Adresboek registreren, de netwerkinstellingen opgeven en de systeeminstellingen configureren. • Zie de handleiding Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen . • Zie de Help-functie bij Web Image Monitor.
1.
2. Snel aan de slag In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met dit apparaat aan de slag gaat. Namen en functies van onderdelen Overzicht van alle apparaatonderdelen • De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Als dit toch gebeurt, bestaat er kans op brand als gevolg van oververhitte interne elementen.
2. Snel aan de slag 1. ADF Laat de ADF zakken over de originelen die op de glasplaat liggen. Als u een stapel originelen in de ADF plaatst, zal de AFD automatisch de originelen één voor één invoeren. 2. ADF-klep Open deze klep om originelen die zijn vastgelopen in de ADF te verwijderen. 3. Invoerlade voor de ADF Plaats hier stapeltjes originelen. 4. Verlengstuk voor de ADF-lade Trek deze uit als u papier in de invoerlade voor de ADF plaatst dat groter dan A4 is. 5.
Namen en functies van onderdelen 17. Hoofdstroomschakelaar Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld zijn. Indien de schakelaar uitgeschakeld is, zet u deze aan. 18. Openingshendel voor de handinvoer Druk op deze hendel om de handinvoer te openen. 19. Ladeverlenging Trek aan de papierstopper om te voorkomen dat het papier eraf valt. 20. Handinvoer Hiermee kunt u dik papier, OHP-transparanten, enveloppen en etiketten (klevende etiketten) kopiëren of erop afdrukken. 21.
2. Snel aan de slag 5. Externe telefoonaansluiting Deze poort dient voor het aansluiten van een externe telefoon. 6. Telefoonlijnaansluiting Deze poort dient voor het aansluiten van een telefoonlijn. 7. USB 2.0 [Type B] poort Sluit het apparaat met behulp van een USB-kabel aan op de computer. 8. Beveiligingspunt Sluit hier een veiligheidskabel aan om diefstal te voorkomen. 9. Ethernetpoort Gebruik een netwerkinterfacekabel om het apparaat op een netwerk aan te sluiten. 10.
Namen en functies van onderdelen Binnenkant: achteraanzicht 1 DBH033 1. Fuseereenheid Trek de fuseereenheid eruit en verwijder het vastgelopen papier. Er worden berichten op het scherm weergegeven als de fuseereenheid moet worden vervangen of als een nieuwe moet worden voorbereid. Voor informatie over de meldingen die op het scherm worden weergegeven als verbruiksartikelen moeten worden vervangen, zie de handleiding Onderhoud en specificaties . De fuseereenheid is inbegrepen in de Onderhoudskit.
2. Snel aan de slag De apparaatopties De externe apparaatopties 1 2 DBH086 1. Telefoonhoorn (voornamelijk in Noord-Amerika) Gebruikt als ontvanger. Hiermee kunt u de functies voor Handmatig bellen gebruiken. Met de hoorn is het ook mogelijk om het apparaat als telefoon te gebruiken. 2. Onderste papierlade U kunt een papierlade van 250 vellen of een papierlade van 500 vellen plaatsen.
Namen en functies van het bedieningspaneel Namen en functies van het bedieningspaneel Deze illustratie toont het bedieningspaneel van een apparaat waarop alle opties zijn geïnstalleerd. 1 2 3 4 5 6 78 9 10 11 12 13 14 15 Pauze/ Direct Herhaal. kiezen Taakinformatie Bestemming Detail Standaard zoeken Bestemming controleren Shift Spatie Fax ontvangen Communiceren Symbolen 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 NL DBH001 1.
2. Snel aan de slag Wanneer de knoppen [ ] [ ] [ ] [ ] in deze handleiding verschijnen, druk dan op de knop met de richting waarin u de cursor wilt verplaatsen. 10. [Pauze/herhaal]-knop (fax) • Pauze Druk op deze knop om een pauze in een faxnummer in te voegen. De pauze wordt weergegeven door "-". • Herhaal Druk op deze knop om een recent gebelde bestemming te selecteren. 11. [Direct kiezen]-knop (fax) Druk hierop om de functie direct kiezen te gebruiken. 12.
Namen en functies van het bedieningspaneel 24. Selectieknoppen Deze corresponderen met items op het scherm. Druk hierop om het corresponderende item te selecteren. 25. Indicatielampje Inkomende gegevens (printer) Knippert wanneer het apparaat printopdrachten of LAN-faxdocumenten van een computer ontvangt. 26. [Escape]-knop Druk hierop om een handeling te annuleren of terug te gaan naar het vorige scherm. 27. Waarschuwingsindicatielampjes Gaat branden als er zich een apparaatfout voordoet.
2. Snel aan de slag De taal van het display wijzigen U kunt de taal die op het display wordt gebruikt, wijzigen. Engels is standaard ingesteld. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Selecteer [Taal] Druk op de [OK]-knop. 2. Selecteer de taal die u wilt gebruiken 28 Druk op de [OK]-knop.
Het apparaat aan-/uitzetten Het apparaat aan-/uitzetten De hoofdstroomschakelaar bevindt zich aan de voorkant van het apparaat. Als deze schakelaar aangezet wordt, wordt de hoofdstroom ingeschakeld en licht het Aan/uit-lampje aan de rechterkant van het bedieningspaneel op. Als deze schakelaar uitgezet wordt, wordt de hoofdstroom uitgeschakeld en gaat het Aan/uit-lampje aan de rechterkant van het bedieningspaneel uit. Wanneer dit gedaan is, gaat het apparaat uit.
2. Snel aan de slag • Schakel de hoofdschakelaar uit en zorg ervoor dat het indicatielampje Aan/uit niet meer brandt voordat u de stekker uit het stopcontact haalt. Als u dit niet doet, kan het geheugen beschadigd raken, met een storing als gevolg. • Zet het apparaat niet uit als het apparaat bezig is met een bewerking. Het geheugen kan hierdoor beschadigd raken, met een storing als gevolg. • Houd de hoofdstroomschakelaar niet naar beneden geduwd als de stroom uitgeschakeld wordt.
Originelen plaatsen Originelen plaatsen Originelen op de glasplaat plaatsen • Houd uw handen uit de buurt van de scharnieren en de glasplaat wanneer u de Automatische documentinvoer laat zakken. Als u dat niet doet, kan dit leiden tot verwondingen als uw handen of vingers beklemd raken. • Til de ADF nooit met te veel kracht op. Doet u dit toch, dan kan de afdekklep van de ADF open gaan of beschadigd raken. 1. Open de ADF. 2. Leg het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2. Snel aan de slag 2. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. Stapel geen originelen boven de limietmarkering. De eerste pagina moet bovenop worden geplaatst. Als u originelen plaatst die langer zijn dan A4 2 1 DBH075 1. Limietmarkering 2. Origineelgeleiders 32 of 81/2 × 11 , gebruikt u de verlengstukken.
3. Kopiëren In dit hoofdstuk komen veelgebruikte kopieerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die niet in dit hoofdstuk is opgenomen, zie de handleiding Kopiëren op de meegeleverde cd-rom. Basisprocedure Als u kopieën van originelen wilt maken, plaatst u ze op de glasplaat of in de ADF. Wanneer u een origineel op de glasplaat plaatst, moet u beginnen met de eerste pagina die u wilt kopiëren. Wanneer u originelen in de ADF plaatst, moet u zorgen dat de eerste pagina bovenop ligt.
3. Kopiëren 5. Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen. 6. Selecteer de papierlade. 7. Druk op de [Start]-knop. Wanneer u het origineel op de glasplaat heeft geplaatst, drukt u op de [ ]-knop nadat alle originelen zijn gescand. 8. Wanneer de kopieeropdracht is voltooid, drukt u op de [Reset]-knop om de instellingen te wissen. Pauze/ Direct Herhaal.
Originelen verkleinen of vergroten Originelen verkleinen of vergroten In dit hoofdstuk worden de methodes beschreven voor het verkleinen of vergroten van afbeeldingen door een reproductieverhouding of een papierformaat op te geven. Basispunt Het basispunt van verkleinen/vergroten verschilt afhankelijk van de manier waarop het origineel is gescand. Wanneer het origineel op de glasplaat is gelegd, is de linker bovenhoek het basispunt.
3. Kopiëren CKN004 Druk op de [Kopieerapparaat]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Druk op [R/E]. 2. Druk op [Vergroot] of [Verklein]. 3. Selecteer een verhouding Druk op [OK]. 4. Selecteer de papierlade. 5. Plaats de originelen Druk op de [Start]-knop. Inzoomen U kunt de reproductieverhouding met stappen van 1% opgeven. CKN007 Druk op de [Kopieerapparaat]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Druk op [R/E]. 2. Druk op [Zoom]. 3.
Originelen verkleinen of vergroten Automatisch verkleinen/vergroten Het apparaat berekent automatisch de reproductieverhouding op basis van de formaten van de originelen en het papier dat u heeft opgegeven. Het apparaat zal de afbeelding van de originelen vergroten of verkleinen om ze op het papier te laten passen. CKN008 • Als u een kopieerverhouding selecteert nadat u op [Auto R/E] heeft gedrukt, wordt de Automatisch verkleinen/vergroten functie geannuleerd.
3. Kopiëren Duplex (dubbelzijdig) kopiëren Hiermee worden twee enkelzijdige pagina's of één dubbelzijdige pagina op één dubbelzijdige pagina gekopieerd. • Het kopiëren van één dubbelzijdge pagina op één dubbelzijdige pagina is uitsluitend beschikbaar voor de SP 3610SF. • Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken. CKN009 Voor de SP 3610SF zijn twee types Duplex beschikbaar. 1-zijd.orig->Dubbelz.
Duplex (dubbelzijdig) kopiëren Originelen plaatsen Origineel Orig.richting Dup. richting Uitvoer Boven/Onder Boven/Boven Boven/Onder Druk op de [Kopieerapparaat]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Druk op [Duplex/Combineren/Serie]. g Detail Standaard g NL DBH008 2. Selecteer de duplexmodus Druk op de [OK]-knop. 3. Selecteer de papierlade. 4. Plaats de originelen Druk op de [Start]-knop.
3. Kopiëren Gecombineerd kopiëren In deze modus kunt u automatisch een reproductieverhouding selecteren en de originelen op één vel papier kopiëren. Het apparaat selecteert een reproductieverhouding tussen 25% en 400%. De richting van het origineel en de afbeeldingpositie bij Combineren De afbeeldingpositie bij Combineren verschilt afhankelijk van de richting van het origineel en het aantal originelen dat moet worden gecombineerd.
Gecombineerd kopiëren CKN010 • Originelen worden van rechts naar links gelezen CKN017 Enkelzijdig combineren Combineer meerdere pagina's op één zijde van een vel. • De functie 'Kopieën combineren' van dubbelzijdige originelen is uitsluitend beschikbaar voor de SP 3610SF. CKN014 De volgende typen enkelzijdig combineren zijn beschikbaar. Voor de SP 3610SF Combineer: 2 orig. Hiermee worden twee enkelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd. Combineer: 4 Orig.
3. Kopiëren Combineer: 1 Orig. Hiermee wordt één dubbelzijdig origineel op één zijde van een vel papier gekopieerd. Combineer: 2 orig. Hiermee worden twee dubbelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd. Voor de SP 3600SF Comb.1-zijdig (2 Orig.) Hiermee worden twee enkelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd. Comb.1-zijdig (4 Orig.) Hiermee worden vier enkelzijdige originelen op één zijde van een vel papier gekopieerd.
Gecombineerd kopiëren • Om de functie Enkelzijdig combineren te annuleren, drukt u tweemaal op de [Duplex/ Combineren/Serie]-knop. 2-zijdig Combineren Hiermee worden meerdere pagina's van originelen gecombineerd tot één vel met twee zijden. • De functie 'Kopieën combineren' voor dubbelzijdige originelen is uitsluitend beschikbaar voor de SP 3610SF. • Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken. CKN074 De volgende typen dubbelzijdig combineren zijn beschikbaar.
3. Kopiëren Comb.2-zijdig (8 Orig.) Hiermee worden acht enkelzijdige originelen op één vel met vier pagina's per zijde gekopieerd. Druk op de [Kopieerapparaat]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Druk op [Duplex/Combineren/Serie] g Detail Standaard g NL DBH008 2. Selecteer de modus Combineren Druk op [OK]. 3. Selecteer de papierlade. 4. Plaats de originelen Druk op de [Start]-knop. • De standaardinstelling voor de origineelrichting is de onleesbare richting ( ).
Kopiëren op papier van aangepast formaat vanuit de handinvoer Kopiëren op papier van aangepast formaat vanuit de handinvoer Papier met een horizontale lengte van 60,0 - 216,0 mm (2,37 - 8,50 inch) en een verticale lengte van 127,0 - 900,0 mm (5,00 - 35,43 inch) kan worden ingevoerd vanuit de handinvoer. Druk op de [Kopieerapparaat]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Plaats het papier met de bedrukte zijde naar boven in de handinvoer. 2. Druk op de [ ]-knop. DBH089 3.
3. Kopiëren Op enveloppen kopiëren Dit gedeelte beschrijft hoe moet worden gekopieerd op enveloppen van normaal formaat. Plaats het origineel op de glasplaat en plaats de envelop in de handinvoer. Stel de papierdikte in door het gewicht op te geven van de enveloppen waarop u afdrukt. Voor meer informatie over de verhouding tussen papierdikte/-gewicht en de envelopformaten die gebruikt kunnen worden, zie Papierspecificaties en papier bijvullen .
Sorteren Sorteren Het apparaat voegt de kopieën samen tot sets en zet ze in volgorde. CKN018 Druk op de [Kopieerapparaat]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Druk op de [Sorteren]-knop. g Detail Standaard g NL DBH009 2. Voer het aantal te kopiëren sets in met de cijfertoetsen. 3. Selecteer de papierlade. 4. Plaats de originelen Druk op de [Start]-knop.
3.
4. Fax In dit hoofdstuk komen veelgebruikte faxfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die niet in dit hoofdstuk is opgenomen, zie de handleiding Faxen op de meegeleverde cd-rom. Basisprocedure voor verzendingen (Geheugenverzending) In dit gedeelte wordt de basisprocedure beschreven voor het verzenden van documenten met de optie Geheugenverzending. Als het origineel in het geheugen is opgeslagen, dan start de verzending automatisch.
4. Fax Originelen verzenden met behulp van de ADF 1. Druk op de [Fax]-knop. DBH012 2. Controleer of "Gereed" op het scherm wordt weergegeven. 3. Plaats de originelen in de ADF. Voor meer informatie over het plaatsen van originelen, zie de handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen . Voor meer informatie over het plaatsen van originelen om te versturen met de faxfunctie, zie de handleiding Faxen . 4. Configureer de scaninstellingen. Voor meer informatie, zie de handleiding Faxen . 5.
Basisprocedure voor verzendingen (Geheugenverzending) Originelen verzenden met behulp van de glasplaat 1. Druk op de [Fax]-knop. DBH012 2. Controleer of "Gereed" op het scherm wordt weergegeven. 3. Plaats de eerste pagina van het origineel met de tekstzijde naar beneden op de glasplaat. Voor meer informatie over originelen die u kunt instellein, zie Papierspecificaties en papier bijvullen .
4. Fax 9. Als alle originelen gescand zijn, druk dan op de [ ]-knop. DBH089 Het apparaat kiest de bestemming en start de verzending. Faxbestemmingen opslaan Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop en selecteer de instellingen met ] of [ ]. Pauze/ Direct Herhaal. kiezen NL DBH020 1. Selecteer [Adresboekbeheer] Druk de [OK]-knop. 2. Selecteer [Programmeer/wijzig] Druk op de [OK]-knop. 3. Voer het te registreren registratienummer in via de cijfertoetsen of de snelkeuzetoetsen Druk op de [OK]-knop.
Basisprocedure voor verzendingen (Geheugenverzending) 9. Druk op de [OK]-knop. Een faxbestemming verwijderen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een geregistreerde faxbestemming registreert. • Als u een bestemming verwijdert die als bezorgingsbestemming is ingesteld, kunnen berichten naar de geprogrammeerde persoonlijke box niet worden bezorgd. Zorg dat u de instellingen van de faxfunctie controleert voordat u bestemmingen verwijdert.
4. Fax Een verzending annuleren In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een faxverzending annuleert. Een verzending annuleren voordat het origineel is gescand Gebruik deze procedure om een verzending te annuleren voordat op de [Start]-knop is gedrukt. 1. Druk op de [Reset]-knop. Pauze/ Direct Herhaal. kiezen NL DBH019 Een verzending annuleren terwijl het origineel wordt gescand Volg deze procedure om het scannen of verzenden van het origineel te annuleren terwijl het wordt gescand. 1.
Een verzending annuleren Een verzending annuleren nadat het origineel is gescand (terwijl er een verzending bezig is) Gebruik deze procedure als u een bestand dat wordt verzonden, wilt verwijderen nadat het origineel is gescand. Druk op de [Wis/Stop]-knop en selecteer de instellingsitems met [ ] of [ ]. DBH022 1. Selecteer het bestand dat u wilt annuleren Druk op [Stop TX]. 2. Druk op [Verwijd.]. 3. Druk op de [Escape]-knop. Pauze/ Direct Herhaal.
4. Fax Taakinformatie Bestemming Detail Standaard zoeken Bestemming controleren NL DBH003 1. Selecteer [Contr./Stop. TX best.] Druk op de [OK]-knop. 2. Selecteer het bestand dat u wilt annuleren 3. Druk op [Verwijd.]. 4. Druk twee keer op de [Escape]-knop. Pauze/ Direct Herhaal. kiezen Communiceren 56 NL DBH015 Druk op [Stop TX].
Het logboek handmatig afdrukken Het logboek handmatig afdrukken U kunt het Journaal handmatig afdrukken. Druk op de [Taakinformatie]-knop en selecteer de instellingsitems met [ ] of [ ]. Taakinformatie Bestemming Detail Standaard zoeken Bestemming controleren NL DBH003 1. Selecteer [Journaal afdrukken] Druk op de [OK]-knop. 2. Druk op de [Start]-knop. Als u het afdrukken wilt annuleren nadat u op de [Start]-knop hebt gedrukt, drukt u op de [Wis/ Stop]-knop. 3. Druk op de [Escape]-knop.
4.
5. Afdrukken In dit hoofdstuk komen veelgebruikte printerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die niet in de hoofdstuk is opgenomen, zie de handleiding Afdrukken op de meegeleverde cd-rom. USB-snelinstallatie U kunt de printerstuurprogramma's eenvoudig installeren vanaf de cd-rom die met dit apparaat is meegeleverd. Door middel van USB-snelinstallatie wordt het PCL 6-printerstuurprogramma geïnstalleerd voor gebruik van de printer via een USB-verbinding.
5. Afdrukken Snelinstallatie voor netwerk U kunt de printerstuurprogramma's eenvoudig installeren vanaf de cd-rom die met dit apparaat is meegeleverd. Als u Netwerk-snelinstallatie uitvoert, wordt het PCL 6-printerstuurprogramma in een netwerkomgeving geïnstalleerd en wordt de standaard TCP/IP-poort ingesteld. • U dient printerbeheerder te zijn om de stuurprogramma's te kunnen installeren. Log in als beheerder. 1. Klik op [Netwerk-snelinstallatie] in het installatiescherm. 2.
De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de eigenschappen van het printerstuurprogramma opent in [Apparaten en printers]. • U dient over rechten voor printerbeheer te beschikken om de printerinstellingen te wijzigen. Log in als beheerder. • U kunt de standaard printerinstellingen niet voor individuele gebruikers wijzigen.
5. Afdrukken Normaal afdrukken • De standaardinstelling is dubbelzijdig afdrukken. Als u op slechts één kant wilt afdrukken, selecteert u [Uit] voor de duplexinstelling. • Indien u een afdruktaak via USB 2.0 stuurt terwijl het apparaat zich in de slaapstand bevindt, kan er mogelijk een foutmelding verschijnen na voltooiing van de afdruktaak. Als dit het geval is, controleer dan of het document afgedrukt is. Bij gebruik van het PCL 6-printerstuurprogramma 1.
6. Scannen In dit hoofdstuk komen veelgebruikte scannerfuncties en -handelingen aan bod. Voor informatie die niet in dit hoofdstuk is opgenomen, zie de handleiding Scannen op de meegeleverde cd-rom. Basisprocedure bij het gebruik van Scannen naar map • Raadpleeg vóórdat u deze procedure gaat uitvoeren de handleiding Scannen en bevestig de gegevens van de bestemmingscomputer.
6. Scannen Als u slechts één origineel scant, drukt u op de [ ]-knop om het scanbestand te verzenden. Als u meerdere originelen scant, plaatst u deze op de glasplaat en drukt u op de [Start]-knop. Herhaal deze stap tot alle originelen zijn gescand en druk vervolgens op de [ ]-knop. • Bij het scannen vanuit de ADF De overdracht begint meteen nadat de originelen zijn gescand.
Basisprocedure bij het gebruik van Scannen naar map • Wanneer "Iedereen" is geselecteerd in stap 6, dan wordt de gedeelde map toegankelijk voor alle gebruikers. Dit is een veiligheidsrisico; wij raden dus aan om alleen aan bepaalde gebruikers toegangsrechten te geven. Volg de volgende procedure om "Iedereen" te verwijderen en om toegangsrechten voor gebruikers te specificeren. 1. Maak een map op de computer aan op de manier zoals u een normale map zou maken, op een locatie die uw voorkeur heeft. 2.
6. Scannen 4. Klik in het venster [Gebruikers of groepen selecteren] op de optie [Geavanceerd...]. 5. Geef één of meer objecttypes op, selecteer een locatie en klik vervolgens op [Nu zoeken]. 6. Selecteer de groepen en gebruikers die u toegang wilt geven uit de lijst en klik dan op [OK]. 7. Klik in het venster [Groepen of gebruikers selecteren] op [OK]. 8. Selecteer in de lijst [Namen van groepen of gebruikers:] een groep of gebruiker.
Basisprocedure bij het gebruik van Scannen naar map 9. Voer de gebruikersnaam om in te loggen Druk op de [OK]-knop. 10. Druk op [WW]. 11. Voer het wachtwoord in Druk op de [OK]-knop. 12. Voer het wachtwoord opnieuw in om te bevestigen Druk op de [OK]-knop. 13. Druk op de [OK]-knop. 14. Druk op de [Escape]-knop. Pauze/ Direct Herhaal. kiezen Communiceren NL DBH015 15. Selecteer [Mapinformatie] 16. Selecteer [SMB] Druk op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop. 17.
6. Scannen Netwerk toont alleen clientcomputers waartoe u toegang heeft. 3. Selecteer een clientcomputer Druk op de [OK]-knop. Hieronder worden de gedeelde mappen weergegeven. U kunt op [Omhoog] drukken om van niveau te wisselen. 4. Selecteer de mappen die u wilt registreren Druk op [Toepassen]. 5. Druk op de [OK]-knop. Een geregistreerde SMB-map verwijderen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de geregistreerde SMB-map verwijdert.
Basisprocedure bij het gebruik van Scannen naar map Aangeven waar een map zich bevindt door dit handmatig in te voeren Druk op [Best.:] en selecteer de instellingen met behulp van [ ] of [ ]. 1. Selecteer [SMB] Druk op de [OK]-knop. 2. Selecteer [Handmatige invoer] 3. Voer het pad naar de map in Druk op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop. In het volgende voorbeeldpad, is de naam van de bestemmingsmap "gebruiker" en die van de computer "desk01": \\desk01\user 4.
6. Scannen Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail 1. Druk op de [Scanner]-knop. Fax ontvangen Comm NL DBH013 2. Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist. Druk op de [Reset]-knop als de instelling van de vorige gebruiker nog actief is. 3. Als het scherm Scan to Folder wordt weergegeven, drukt u op [ mailscherm te gaan. ] om naar het e- 4. Plaats de originelen. 5. Geef indien nodig de scaninstellingen op aan de hand van het te scannen origineel. 6. Geef de bestemming op.
Basisprocedure voor het verzenden van scanbestanden via e-mail Een e-mailbestemming opslaan In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een e-mailbestemming registreert. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop en selecteer de instellingen met ] of [ ]. Pauze/ Direct Herhaal. kiezen NL DBH020 1. Selecteer [Adresboekbeheer] Druk de [OK]-knop. 2. Selecteer [Programmeer/wijzig] Druk op de [OK]-knop. 3.
6. Scannen 3. Voer het te verwijderen registratienummer in met de cijfertoetsen of de snelkeuzetoetsen Druk op de [OK]-knop. U kunt automatisch de registratienummers 001 - 032 specificeren door op de snelkeuzetoetsen te drukken. Druk op [Zoeken] om een naam, bestemmingslijst, registratienummer, gebruikerscode, faxnummer, e-mailadres of mapbestemming op te geven. 4. Druk op de [OK]-knop. 5. Druk op [Details]. 6. Selecteer [E-mailinstellingen] Druk op de [OK]-knop. 7.
Verzendopties opgeven Verzendopties opgeven Resolutie Resolutie selecteren voor het scannen van originelen. Selecteer [100dpi], [200dpi], [300dpi], [400dpi] of [600dpi] als de scanresolutie. Druk op [Opties] en selecteer dan de instelling met behulp van [ ] of [ ]. 1. Selecteer [Verzendopties] 2. Selecteer [Resolutie] 3. Selecteer een resolutie Druk op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop. 4. Druk twee keer op de [Escape]-knop. Pauze/ Direct Herhaal.
6. Scannen Origineelinstelling In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de richting van de pagina-opening selecteert en of beide zijden van een origineel moeten worden gescand. • Deze functie is alleen beschikbaar voor de SP 3610SF. Druk op [Opties] en selecteer dan de instelling met behulp van [ ] of [ ]. 1. Selecteer [Verzendopties] Druk op de [OK]-knop. 2. Selecteer [Origineelinstelling] Druk op de [OK]-knop. 3. Kies [1-zijdig origineel], [2-zijd. orig.(Boven naar Boven Onder )] Druk op de [OK]-knop.
Verzendopties opgeven Bestandstype In deze paragraaf wordt de procedure uitgelegd voor het opgeven van het bestandstype van een bestand dat u wilt verzenden. U kunt een van de volgende bestandstypes selecteren: • [Enkele pagina: TIFF/JPEG], [Enkele pagina:PDF] Als u een bestandstype van een enkele pagina selecteert bij het scannen van meerdere originelen, wordt voor elke pagina één apart bestand gemaakt en is het aantal verzonden bestanden even groot als het aantal gescande pagina's.
6.
7. Web Image Monitor In dit hoofdstuk komen veelgebruikte Web Image Monitor-functies en -handelingen aan bod. Voor informatie die niet in dit hoofdstuk is opgenomen, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen op de meegeleverde cd-rom of raadpleeg de Help van Web Image Monitor. De startpagina weergeven Er zijn twee modi beschikbaar in Web Image Monitor: de gastmodus en de beheerdersmodus. De weergegeven items hangen af van het type apparaat.
7. Web Image Monitor Afhankelijk van de configuratie in uw webbrowser kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord mogelijk opslaan. Als u dat niet wilt, configureert u uw webbrowser zodanig dat deze informatie niet wordt opgeslagen. 2 3 4 5 1 6 7 NL DBH225 1. Menugedeelte Geeft de inhoud van een geselecteerd menu-item weer. 2. Koptekstgebied Geeft het dialoogvenster weer voor het schakelen naar de gebruikersmodus en beheerdersmodus en het menu voor iedere modus. Toont ook de link naar Help. 3.
8. Papier en toner bijvullen Dit hoofdstuk beschrijft de aanbevolen papierformaten en -typen en hoe u papier in de papierlade plaatst. Papier in de papierlades plaatsen Elke papierlade wordt op dezelfde wijze gevuld. In het volgende voorbeeld wordt papier in lade 1 geplaatst. • Selecteer het juiste papierformaat en invoerrichting met behulp van de papierformaatknop op de lade. Anders kan het apparaat beschadigd raken of kunnen er afdrukproblemen ontstaan.
8. Papier en toner bijvullen DBH076 1. Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt en trek de papierlade dan voorzichtig open. Stel de papierformaatknop in op basis van het papierformaat en de richting van het papier in de lade. DBH053 2. Trek de lade voorzichtig naar buiten tot hij stopt, til de voorzijde van de lade op en trek hem dan uit het apparaat. DBH054 Plaats de lade op een vlak oppervlak.
Papier in de papierlades plaatsen 3. Knijp in de klem van de zijgeleider en schuif deze tot het gewenste papierformaat. CXC613 4. Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot het standaardformaat. CXC614 5. Waaier de stapel even los voordat u deze in de lade plaatst. CBK254 6. Plaats het papier zodanig dat de afdrukzijde naar beneden ligt. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovenste limietmarkering (bovenste lijn) binnen in de lade.
8. Papier en toner bijvullen CXC666 7. Schuif de papiergeleiders tegen het papier zodat er geen ruimte meer tussen zit. Verplaats het papier in de lade niet meer dan een paar millimeter. Overmatige verplaatsing van geladen papier kan ertoe leiden dat de papierranden beschadigd raken rond de openingen van de liftplaat van de lade, waardoor vellen papier verkreukelen of vastlopen. 8. Til de voorkant van de lade omhoog en schuif de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze stopt.
Papier in de handinvoer plaatsen Papier in de handinvoer plaatsen Gebruik de handinvoer om OHP-transparanten en papier dat niet in de papierlades kan worden geplaatst te gebruiken. • Het maximale aantal vellen dat u tegelijkertijd in kunt voeren, is afhankelijk van het type papier. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering. Voor het maximale aantal vellen dat u kunt plaatsen, zie Pag. 88 "Aanbevolen papierformaten en -typen". • Meng verschillende soorten papier niet.
8. Papier en toner bijvullen 2. Schuif de zijgeleiders naar buiten tot deze niet verder kunnen en plaats papier met de afdrukzijde omhoog. 1 2 1 DBH078 3. Pas de zijgeleiders aan de papierbreedte aan. DBH079 • Het wordt aanbevolen bij het gebruik van de handinvoer de papierrichting in te stellen op . • Wanneer u dik papier of OHP-transparanten plaatst, dient u het papierformaat en -type in te stellen. • Briefpapier moet in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Pag.
Papier in de handinvoer plaatsen Afdrukken via de handinvoerlade met behulp van de afdrukfunctie • Wanneer u [Apparaatinstelling(en)] in [Handinvoer] onder [Prioriteit lade-instelling] in [Systeem] van [Printereigenschappen] selecteert, dan hebben de instellingen die zijn gemaakt via het bedieningspaneel prioriteit boven de instellingen van het printerstuurprogramma. Zie voor meer informatie de handleiding Afdrukken . • De standaardinstelling voor [Handinvoer] is [Driver/Opdracht].
8. Papier en toner bijvullen Dik papier of OHP-transparanten als papiersoort instellen via het bedieningspaneel • Meestal kan maar op één kant van OHP-transparanten worden afgedrukt. Plaats de transparanten met de afdrukzijde naar boven. • Indien u op transparanten afdrukt, dient u de afgedrukte vellen één voor één te verwijderen. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop en selecteer de instellingen met [ ] of [ ]. 1. Selecteer [Lade papierinstellingen] Druk op de [OK]-knop. 2.
Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen Papier met vaste afdrukrichting of dubbelzijdig papier plaatsen Het kan zijn dat er niet goed wordt afgedrukt op papier met een vaste afdrukrichting (van boven naar onder) of op dubbelzijdig papier (bijvoorbeeld briefpapier, geperforeerd papier of gekopieerd papier). Dit hangt af van de manier waarop de originelen en het papier zijn geplaatst. Instellingen voor Gebruikersinst.
8. Papier en toner bijvullen Aanbevolen papierformaten en -typen Dit gedeelte geeft de aanbevolen papierformaten en -typen. • Als u gekruld papier gebruikt, omdat het te droog of te vochtig is, dan kan een papierstoring optreden. • Gebruik geen papier dat bedoeld is voor een inkjetprinter, omdat het aan de fuseereenheid kan blijven plakken en een papierstoring kan veroorzaken. • Wanneer u overheadsheets plaatst, controleer de voor- en achterkant van de vellen en plaatst u ze correct.
Aanbevolen papierformaten en -typen Papiertype en -gewicht Enveloppen Papierformaat Selecteer het papierformaat: Papiercapaciteit *2 41/8 × 91/2 , 37/8 × 71/2 , C5 Env , C6 Env , DL Env *1 Als een afdruktaak wordt uitgevoerd op A5 of 5 1/2" X 8 1/2"-papier, wordt aanbevolen om het papier horizontaal in te stellen. Als een afdruktaak wordt uitgevoerd op papier dat verticaal is geladen, kunnen vlekken ontstaan aan de rand van het papier.
8. Papier en toner bijvullen Onderste papierlade (500 vellen) Papiertype en -gewicht 52 – 162 g/m2 (14 lb. Bond – 90 lb. Index) Dun papier - Dik papier 2 52 – 162 g/m2 (14 lb. Bond – 90 lb.
Aanbevolen papierformaten en -typen Papiertype en -gewicht Papierformaat 52 – 162 g/m2 (14 lb. Bond – 90 lb.
8. Papier en toner bijvullen *3 Als u dik papier plaatst in de handinvoer, stapel dit dan niet verder dan de limietmarkering op de lade. Het aantal vellen dat u in de handinvoerlade kunt plaatsen, hangt af van het gewicht en de gesteldheid van het papier. *4 Voer het papierformaat in. Raadpleeg voor de kopieermodus de handleiding Kopiëren . Voor de printermodus, zie Pag. 85 "Aangepast papierformaat instellen via het bedieningspaneel".
Aanbevolen papierformaten en -typen • Zie voor het plaatsen van enveloppen de handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen . • Bij het plaatsen van dik papier van 106 – 162 g/m2 (28 lb. bankpost – 90 lb. index), zie Pag. 93 "Dik papier". • Wij raden u aan gespecificeerd etikettenpapier te gebruiken. • Wanneer u OHP-transparanten plaatst: • Als er meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, plaats de vellen dan één voor één.
8. Papier en toner bijvullen • Selecteer [Dik papier 1] of [Dik papier 2] als papierdikte in [Lade papierinstellingen]. • Als [Dik papier 2] is geselecteerd, kan de afdruksnelheid veranderen. • Als dik papier wordt geplaatst zoals eerder is beschreven, kan het zijn dat - afhankelijk van het type papier - de normale bewerkingen niet kunnen worden uitgevoerd en dat de afdrukkwaliteit niet goed is. • Afdrukken kunnen opvallende verticale vouwen vertonen. • Afdrukken kunnen duidelijk zijn omgekruld.
Aanbevolen papierformaten en -typen Enveloppen plaatsen Richting van enveloppen Glasplaat Lade 1 Handinvoer Enveloppen met een opening aan de zijkant • Flappen: gesloten • Onderkant van enveloppen: naar de voorkant van het apparaat • Te scannen zijde: naar beneden • Flappen: gesloten • Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat • Te bedrukken zijde: naar beneden • Flappen: gesloten • Onderkant van enveloppen: naar de rechterkant van het apparaat • Te bedrukken zijde: naar boven
8.
Toner bijvullen Toner bijvullen Raadpleeg de onderhoudshandleiding die geleverd is bij de nieuwe onderdelen voor de vervanging. Deze paragraaf beschijft de voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van tonercartridges, hoe u faxen of gescande documenten kunt verzenden als de toner op is en wat u moet doen met gebruikte tonercartridges. • Verbrand toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet. Doet u dit wel, dan riskeert u brandwonden. Toner ontvlamt wanneer het in contact komt met open vuur.
8. Papier en toner bijvullen • Let er tijdens het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van tonercartridges goed op dat er geen toner (nieuw of gebruikt) op uw kleding komt. Indien er toner op uw kleding komt, was de vlek dan met koud water. Wanneer u warm water gebruikt, dringt de toner zich in de stof van uw kleding waardoor de vlek niet meer kan worden verwijderd.
Toner bijvullen • Als het aantal communicaties - nadat de toner op is en niet vermeld is in het automatische uitvoerlogboek - groter is dan 100, is communicatie niet mogelijk. 1. Zorg ervoor dat het apparaat in de fax- of scannermodus staat. 2. Druk op [Afsluit.] en voer het verzenden uit. De foutmelding verdwijnt. • Eventuele rapporten worden niet afgedrukt. • Als het scannerscherm niet in stap 1 wordt weergegeven, drukt u op de [Fax]- of [Scanner]-knop.
8.
9. Problemen oplossen Dit hoofdstuk geeft uitleg over basisprocedures voor probleemoplossing. Indicatielampjes Dit gedeelte verklaart de indicatielampjes die worden weergegeven of gaan branden als het apparaat de gebruiker vraagt om vastgelopen papier te verwijderen, papier bij te vullen, of andere procedures uit te voeren. Indicatielampje : Papierstoring Status Verschijnt wanneer papier is vastgelopen.
9. Problemen oplossen Geluidsignalen De volgende tabel geeft uitleg over de betekenis van de verschillende geluidspatronen die het apparaat produceert om gebruikers te waarschuwen over achtergebleven originelen en overige apparaatomstandigheden. Signaalpatroon Betekenis Oorzaken Enkele korte pieptoon Paneel-/scherminvoer geaccepteerd. Er is op een toets op het display of op een knop op het bedieningspaneel gedrukt. Korte en daarna lange pieptoon Paneel-/scherminvoer geweigerd.
Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Dit gedeelte geeft uitleg over veelvoorkomende problemen en berichten. Indien er andere berichten verschijnen, volg dan de weergegeven aanwijzingen. Probleem Oorzaken Oplossing Het apparaat is net ingeschakeld en het scherm Gebruikersinstellingen wordt weergegeven, maar het menu Gebruikersinstellingen mist items. Andere functies dan de kopieerfunctie zijn nog niet gereed.
9. Problemen oplossen Probleem "Even geduld." wordt weergegeven. Oorzaken De huidige omgevingsomstandigheden liggen buiten het aanbevolen temperatuurbereik van het apparaat. Oplossing • Controleer de optimale omstandigheden van het apparaat en verplaats het apparaat naar een andere locatie. • Gebruik het apparaat een tijdje niet en laat het apparaat zich aanpassen aan de omgeving.
Als u problemen heeft met de bediening van het apparaat Probleem Er treden geregeld papierstoringen op. Oorzaken Oplossing Het gebruik van gekruld papier kan papierstoringen, smerige papierranden of verschoven afbeeldingen wanneer u gestapeld afdrukt veroorzaken. • Strijk het gekrulde papier plat met uw handen. • Plaats het papier ondersteboven, zodat de omgekrulde randen naar beneden liggen. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie de handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen .
9. Problemen oplossen • Gebruik het aanbevolen papier als u geen kopieën naar wens kunt maken vanwege problemen met papiersoort, papierformaat of papiercapaciteit. Voor meer informatie over het plaatsen van papier, zie de handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen .
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Meldingen tijdens het gebruik van het kopieerapparaat Deze paragraaf bevat een beschrijving van de belangrijkste meldingen van het apparaat. Indien er andere berichten verschijnen, volg dan de instructies op die hierin worden gegeven. • Gebruik het aanbevolen papier als u geen kopieën naar wens kunt maken door problemen met de papiersoort, het papierformaat of de papiercapaciteit.
9. Problemen oplossen Meldingen "Kan dit form. niet sorteren" "Max. aantal sets is nn." De nn wordt vervangen door een cijfer. Oorzaken Oplossing Het opgegeven papierformaat kan niet gebruikt worden voor de sorteerfunctie. Dit bericht verschijnt wanneer de handinvoer wordt geselecteerd. Het aantal kopieën overschrijdt de maximale kopieercapaciteit. U kunt het maximum aantal kopieën wijzigen in [Max. aantal sets] onder [Kopieereig.].
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven • Instellingen die kunnen worden bevestigd in Systeeminstellingen of Fax op het bedieningspaneel, kunnen ook worden bevestigd vanuit Web Image Monitor. Voor meer informatie over het bevestigen van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie de helpfunctie van Web Image Monitor. Meldingen Oorzaken Oplossing "Fout opgetreden, verzending geannuleerd." Er zijn problemen met het apparaat of er was ruis op de telefoonlijn. Druk op [Afsluit.
9. Problemen oplossen Meldingen "Instellingen bijwerken... Herselecteer best./funct. na bijwerken." Oorzaken De bestemmingslijst wordt bijgewerkt vanuit het netwerk met Web Image Monitor. Oplossing Wacht totdat het bericht verdwenen is. Schakel de aan-/uitschakelaar niet uit terwijl dit bericht wordt weergegeven. Afhankelijk van het aantal bij te werken bestemmingen, kan er enige vertraging ontstaan voordat u verder kunt gaan.
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Meldingen "Even geduld..." Status • Dit bericht kan gedurende twee seconden verschijnen als het apparaat bezig is met het voorbereiden of uitvoeren van de initialisatie of als er toner wordt toegevoegd. Wacht even. • De huidige omgevingsomstandigheden liggen buiten het aanbevolen temperatuurbereik van het apparaat.
9. Problemen oplossen Meldingen 112 Oorzaken Oplossing " (B) Open voorpaneel en verwijder het papier." Open het voorpaneel en verwijder het vastgelopen papier uit de interne papierinvoer. Voor meer informatie, zie de handleiding Problemen oplossen . " (B) (C) Open voor-/ acht.- paneel en verw. papier." Open het voor-/ achterpaneel en verwijder vastgelopen papier uit het apparaat. Voor meer informatie, zie de handleiding Problemen oplossen . " (Y1) Verw pap in lade 2. Opn&sl voorpan.
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Meldingen Oorzaken Oplossing "Kan niet De proxy-gebruikersnaam of Controleer de instellingen van de verb.=>Comm.Serv. het wachtwoord is onjuist. proxyserver en verander vervolgens Contr.proxy gebr./wachtw." het wachtwoord of de gebruikersnaam als deze onjuist zijn. "Wijz(ladenaam)in volgende instellingen:" Het formaat van het papier in de lade komt niet overeen met het opgegeven formaat in het printerstuurprogramma.
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing "Bereid vervanging voor Controleer vervanging printcartridge(s)." De toner is op. Plaats een nieuwe printcartridge. "Verv. vereist:Onderh.kit" U moet de onderhoudskit vervangen. Zie voor details de handleiding Onderhoud en Specificaties . "Vervanging Drumeenheid is vereist." U moet de drumeenheid vervangen. Voor meer informatie, zie de handleiding Onderhoud en specificaties . "Vervang binnenk.:Onderh.
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Meldingen "Tonerafval vol" Oorzaken De tonerafval is vol. Oplossing Vervang de inktcartridge. Voor meer informatie, zie de handleiding Onderhoud en specificaties . Meldingen tijdens het gebruik van de scanner In dit gedeelte worden de meest waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor de foutmeldingen gegeven die verschijnen op het bedieningspaneel.
9. Problemen oplossen Meldingen "Kan niet schrijven naar geheugenapp. Contr. app. en apparaatinstellingen." Oorzaken Oplossing Het geheugenopslagapparaat is defect of de bestandsnaam bevat een teken dat niet gebruikt kan worden. • Controleer of het geheugenopslagapparaat defect is. • Controleer het geheugenopslagapparaat. Mogelijk is het ongeformatteerd of het formaat is niet compatibel met dit apparaat. • Controleer de bestandsnaam die werd ingesteld bij het scannen.
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Meldingen "Verbinding met de bestemming is mislukt. Controleer de status en verbinding." Oorzaken De instellingen voor het netwerk zijn niet correct uitgevoerd. Oplossing • Controleer de netwerkinstellingen van de clientcomputer. • Controleer of componenten zoals de LAN-kabel goed zijn aangesloten. • Controleer of de serverinstellingen correct zijn en of de server naar behoren functioneert. "Bestemmingslijst is bijgewerkt.
9. Problemen oplossen Meldingen "Geheugen is vol Kan niet scannen. Gescande gegevens worden gewist." Oorzaken Het geheugen is vol. Oplossing Probeer één van de volgende maatregelen: • Wacht even en probeer de scanbewerking dan opnieuw. • Verklein het scangebied of verminder de scanresolutie. • Verwijder onnodige opgeslagen bestanden. 118 "Max. pag.cap. per bestand overschr. Wilt u gescande pag." Het aantal gescande pagina's overschrijdt de maximale paginacapaciteit.
Wanneer er meldingen op het bedieningspaneel worden weergegeven Meldingen Oorzaken Oplossing "Naam afz. is niet geselecteerd. Geef naam afzender. " U heeft op de [Start]-knop gedrukt zonder de naam van de afzender te selecteren. Selecteer de naam van de afzender. "Verzending is mislukt. " Het apparaat heeft het bestand niet verzonden. Er kan een netwerkfout zijn opgetreden tijdens het verzenden. Probeer het nogmaals.
9. Problemen oplossen Wanneer meldingen op uw computerscherm worden weergegeven Meldingen tijdens het gebruik van de scanner In dit gedeelte worden de meest waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen beschreven voor de meest gangbare foutberichten die worden weergegeven op de clientcomputer wanneer het TWAIN-stuurprogramma wordt gebruikt. Indien er een melding verschijnt dat hier niet wordt beschreven, volg dan de aanwijzingen in het bericht.
Wanneer meldingen op uw computerscherm worden weergegeven Meldingen "Verwijder onjuiste invoer in ADF." Oorzaken Er is een papierstoring opgetreden in de ADF. Oplossing • Verwijder vastgelopen originelen en plaats ze opnieuw. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier, zie de handleiding Problemen oplossen . • Als het papier vastloopt, verwijdert u de vastgelopen originelen. • Controleer of de originelen geschikt zijn om te worden gescand door het apparaat.
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken "Onvoldoende geheugen. Sluit alle andere programma's en scan opnieuw." Het geheugen is ontoereikend. "Onvoldoende geheugen. Maak het scangebied kleiner." Het scannergeheugen is ontoereikend. Oplossing • Sluit alle onnodige toepassingen die worden uitgevoerd op de clientcomputer. • Maak installatie van het TWAINstuurprogramma ongedaan en installeer het opnieuw nadat u de computer opnieuw heeft opgestart. • Reset het scanformaat. • Verlaag de resolutie.
Wanneer meldingen op uw computerscherm worden weergegeven Meldingen "Geen reactie van de scanner." Oorzaken Oplossing Het apparaat of de clientcomputer is niet correct op het netwerk aangesloten. • Controleer of het apparaat of de clientcomputer correct op het netwerk is aangesloten. • Schakel de persoonlijke firewall van de clientcomputer uit. Zie de Windows helpfunctie voor meer informatie over firewalls. "Geen reactie van de scanner." Het netwerk is bezet.
9. Problemen oplossen Meldingen Oorzaken Oplossing "De scanner is niet beschikbaar. Controleer de verbinding van de scanner." Netwerkcommunicatie is niet beschikbaar omdat het IPadres van het apparaat niet kan worden verkregen van de hostnaam. Als alleen "IPv6" is ingesteld op [Actief], kan het IPv6-adres mogelijk niet worden verkregen. • Controleer of de hostnaam van het apparaat is opgegeven in de Netwerkverbindingstool.
10. Bijlage In dit hoofdstuk worden de handelsmerken beschreven. Handelsmerken PostScript en PostScript 3 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corp. in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
10.
INDEX E 2-zijdig Combineren............................................. 43 Aan/uit indicatielampje........................................ 26 Aangepast papierformaat.................................... 85 Achterklep.............................................................. 21 ADF.............................................................. 7, 20, 31 ADF-klep................................................................ 20 Adresboek.......................
K Klep voor de glasplaat......................................... 20 Kleurselectieknop.................................................. 25 Kopieerapparaat...................................................33 Kopieerapparaat-knop......................................... 25 L Lade 1.................................................................... 20 Ladeverlenging...................................................... 21 LAN-fax.................................................................... 9 Logboek.
Taal van het display.............................................. 28 Telefoonhoorn....................................................... 24 Telefoonlijnaansluiting.......................................... 22 Toner..........................................................97, 98, 99 Tonercartridge....................................................... 22 U Uitvoerlade voor de ADF...................................... 20 USB 2.0 [Type B] poort........................................ 22 V Ventilatiegaten....
MEMO 130
MEMO 131
MEMO 132 NL NL M173-7636A
© 2014
NL NL M173-7636A