Operation Manual

Enveloppen plaatsen
Soorten enveloppen Lade 1 Handinvoer
Enveloppen met een
opening aan de zijkant
Flappen: gesloten
Onderkant van enveloppen:
naar de rechterkant van het
apparaat
Te bedrukken zijde: naar
beneden
Flappen: gesloten
Onderkant van enveloppen:
naar de rechterkant van het
apparaat
Te bedrukken zijde: naar
boven
Kies bij het plaatsen van enveloppen "Envelop" als papiertype in de Gebruikersinstellingen en het
printerstuurprogramma en geef de dikte van de enveloppen aan. Zie voor meer informatie de
handleiding Afdrukken .
Aanbevolen enveloppen
Neem contact op met uw lokale dealer voor informatie over aanbevolen enveloppen.
Voor meer informatie over de envelopformaten die u kunt plaatsen, zie Pag. 88 "Aanbevolen
papierformaten en -typen".
Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort.
Voor een betere uitvoerkwaliteit, raden wij u aan om de voorste invoerzijde op ten minste 15 mm
(0,6 inch) in te stellen en de andere marges op ten minste 10 mm (0,4 inch).
De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen
verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.
Strijk afdrukken glad als ze zijn gevouwen of omgekruld.
Controleer of de enveloppen niet vochtig zijn.
Een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad reduceren de afdrukkwaliteit en zorgen
ervoor dat de enveloppen gaan kreukelen.
Afhankelijk van de omgeving kan het kopiëren of afdrukken op enveloppen deze kreukelen, zelfs
als ze zijn aanbevolen.
Bepaalde typen enveloppen kunnen mogelijk gekreukeld, besmeurd of met drukfouten uit het
apparaat komen. Als u een effen kleur op een envelop afdrukt, kunnen er lijnen ontstaan waar de
overlappende randen van de envelop het dikker maken.
8. Papier en toner bijvullen
96