Operation Manual
3. Klik op het tabblad [Installatie].
4. Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK].
Zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma voor meer informatie over de instellingen.
Het adresboek van LAN-fax configureren
In dit onderdeel wordt het LAN-fax-adresboek beschreven. Configureer het LAN-fax-adresboek op de
computer. In het LAN-fax-adresboek kunt u LAN-faxbestemmingen snel en eenvoudig opgeven.
Het LAN-fax-adresboek kan maximaal 1000 registraties bevatten, waaronder individuele
bestemmingen en groepsbestemmingen.
• U kunt op uw computer aparte LAN-fax adresboeken configureren voor elke gebruikersaccount.
•
U kunt het LAN-fax adresboek importeren en exporteren indien gewenst.
Het LAN-faxadresboek openen
1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het LAN-faxstuurprogramma en klik
vervolgens op [Afdrukvoorkeuren].
3. Klik op het tabblad [Adresboek].
Bestemmingen registreren
1. Open het LAN-fax adresboek en klik op [Gebruiker toevoegen].
2. Voer de bestemming in.
U dient een contactnaam en faxnummer in te voeren.
3. Klik op [OK].
Bestemmingen bewerken
1. Open het LAN-fax adresboek, selecteer de bestemming die u wilt bewerken uit de [Lijst
Gebruiker:] en klik vervolgens op [Bewerken].
2. Bewerk de informatie en klik dan op [OK].
Klik op [Sla op als nw. gebr.] als u een nieuwe bestemming wilt registreren met gelijksoortige
informatie. Dit is handig als u een reeks bestemmingen wilt registreren die gelijksoortige informatie
6. Een fax verzenden en ontvangen
182