Operation Manual

6. Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangen bestand afdr.] te selecteren. Druk vervolgens op de
[OK]-knop.
7. Druk op [ ] of [ ] om [Aan] of [Uit] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.
[Aan]: Druk automatisch de ontvangen faxen af en verwijder ze uit het geheugen.
[Uit]: Sla de ontvangen faxen op in het geheugen en druk ze later handmatig af. Om
handmatig ontvangen faxen in het geheugen af te drukken, zie Pag. 195 "Faxen afdrukken
die zijn opgeslagen in het geheugen".
Selecteert u [Aan], ga dan verder met de volgende stap. Selecteert u [Uit], ga dan verder met stap
9.
8. Voer de start- en eindtijd in en druk op de [OK]-knop.
Het apparaat drukt de ontvangen faxen af en wist ze binnen de opgegeven tijd uit het geheugen.
9. Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop om terug te keren naar het beginscherm.
De doorstuurbestemming handmatig instellen met Web Image Monitor
1. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te
vullen.
2. Klik op [Systeeminstellingen].
3. Klik op het tabblad [Fax].
4. Geef de doorstuurbestemming op in [Doorstuurbestemming].
[E-mailadres]: Voer het e-mailadres in van de bestemming.
[Scanbestemming]: Selecteer een scanbestemming als doorstuurbestemming.
5. Klik op [OK].
6. Sluit de internetbrowser.
Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie Pag. 245 "Web Image Monitor gebruiken".
De opslagvoorwaarden opgeven
Om de opslagvoorwaarden voor ontvangen faxen op te geven, configureert u het apparaat als volgt:
1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
2. Druk op [ ] of [ ] om [Faxeigenschappen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-
knop.
3. Druk op [ ] of [ ] om [Ontvangstinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-
knop.
4. Druk op [ ] of [ ] om [Ontv. bestanden instelling] te selecteren. Druk vervolgens op de
[OK]-knop.
6. Een fax verzenden en ontvangen
194