Operation Manual
Geeft aan hoe lang het apparaat de faxbeltoon probeert te detecteren in de modus Fax/tel
(automatisch).
Standaardinstelling: 15 seconden
•
5 tot 99 seconden, in stappen van 1 seconde
• Geverifieerde ontvangst
Hiermee zal het apparaat alleen faxen ontvangen (of afwijzen) van geregistreerde speciale
afzenders. Hiermee kunt u ongewilde documenten, zoals junkfaxen, voorkomen en daarmee
faxpapier besparen.
Standaardinstelling: [Inactief]
• Actief
• Inactief
• Geaut. RX: ontvangstvoorw.
Hiermee wordt bepaald of faxen van de geregistreerde speciale afzenders worden
ontvangen of afgewezen.
Deze instelling is beschikbaar als [Geautoriseerde ontvangst] is ingeschakeld.
Standaardinstelling: [Speciale afz.]
• Speciale afz.
Faxen van de speciale afzenders ontvangen en faxen van alle andere afzenders
afwijzen.
• Anders dan speciale afz.
Faxen van de speciale afzenders afwijzen en faxen van alle andere afzenders
ontvangen.
• Ontv. bestanden instellingen
Hiermee zal het apparaat ontvangen faxen in het geheugen opslaan voordat deze worden
afgedrukt of naar een vooraf opgegeven bestemming worden doorgestuurd.
Gebruik Web Image Monitor om de doorstuurbestemming op te geven (zie voor meer
informatie Pag. 259 "Tabblad Fax").
Deze instelling wordt alleen weergegeven voor het Type 2-model.
Standaardinstelling: [Afdruk.]
• Afdrukken
• Doorsturen
• Ontvangen bestand afdr.
Stelt het apparaat zo in dat ontvangen faxen in het geheugen automatisch worden afgedrukt
of dat ze worden opgeslagen om later handmatig te worden afgedrukt.
Deze instelling wordt alleen weergegeven voor het Type 2-model.
Instellingen van faxeigenschappen
215