Operation Manual

Geeft aan hoeveel seconden de printer een beveiligd afdrukbestand vasthoudt als het
apparaat geen beveiligde afdrukbestanden kan opslaan. In deze periode kunt u het nieuwe
beveiligde afdrukbestand afdrukken of verwijderen. U kunt een bestaand beveiligd
afdrukbestand ook afdrukken of verwijderen zodat het nieuwe beveiligde afdrukbestand op
het apparaat kan worden opgeslagen.
Deze instelling wordt alleen weergegeven voor het Type 2-model.
Standaardinstelling: [60 seconden]
0 tot 300 seconden, in stappen van 1 seconde
Gebruikersverif. (kopiëren)
Bepaalt hoeveel seconden een gebruiker geverifieerd blijft nadat het papier is uitgevoerd als
er wordt gekopieerd via de glasplaat. Let op dat verificatie voor andere functies onmiddellijk
vervallen nadat die functie is gebruikt.
Deze instelling wordt alleen weergegeven voor het type 2 model (als de functie
Gebruikersbeperking ingeschakeld is via Web Image Monitor).
Standaardinstelling: [30 seconden]
5 tot 60 seconden, in stappen van 1 seconde
Vaste USB-poort
Bepaalt of hetzelfde printer-/LAN-faxstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere
printers via USB-verbinding.
Standaardinstelling: [Uit]
Uit
U moet het printer-/LAN-faxstuurprogramma apart installeren voor afzonderlijke
apparaten, omdat alle apparaten die niet het oorspronkelijke apparaat zijn, worden
herkend als nieuw apparaat bij aansluiting via USB.
Aan
Het printer-/LAN-faxstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, kan
worden gebruikt met elk ander apparaat dat van hetzelfde model is als het apparaat dat
oorspronkelijk voor installatie was gebruikt.
Automatisch doorgaan
Hiermee stelt u in dat het apparaat fouten met het papierformaat of het papiertype negeert en
verder gaat met afdrukken. Het afdrukken wordt tijdelijk onderbroken wanneer een fout wordt
gedetecteerd en begint automatisch weer tien seconden nadat de instellingen gedaan zijn op het
bedieningspaneel. Als de afmetingen van het papier die zijn opgegeven in het bedieningspaneel,
die van het papier dat in de papierlade geplaatst is of het papier dat is opgegeven voor de
afdruktaak niet overeenkomen als het afdrukken opnieuw gestart wordt, kan dit tot een
papierstoring leiden.
Standaardinstelling: [Uit]
Systeeminstellingen
223