Operation Manual

Papiertype: Handinvoer
Bepaalt de papiersoort voor de handinvoer.
Standaardinstelling: [Normaal papier]
Dun papier, Normaal papier, Middeldik papier, Dik papier 1, Gerecycled papier, Gekleurd
papier, Briefpapier, Geperforeerd papier, Etikettenpapier, Bankpost, Karton, Envelop, Dik
papier 2
Lade1 prioriteit
Bepaalt hoe afdruktaken met lade 1 worden verwerkt.
Standaardinstelling: [Apparaatinstelling(en)]
Apparaatinstelling(en)
De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd,
worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in
het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met
de apparaatinstellingen.
Driver/Opdracht
Als de papierlade voor een afdruktaak is opgegeven, zijn de papierinstellingen die in het
printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven van toepassing, ongeacht de
apparaatinstellingen.
Ladeprioriteit
Bepaalt hoe afdruktaken met de handinvoer worden verwerkt.
Standaardinstelling: [Driver/Opdracht]
Apparaatinstelling(en)
De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd,
worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in
het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met
de apparaatinstellingen.
Driver/Opdracht
Als de papierlade voor een afdruktaak is opgegeven, zijn de papierinstellingen die in het
printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven van toepassing, ongeacht de
apparaatinstellingen.
Elk formaat/type
Afdrukken gaat verder, zelfs als de instellingen van het apparaat en het
printerstuurprogramma voor het papierformaat/-type niet overeenkomen. Echter, als het
papier te klein is voor de afdruktaak, wordt de afgedrukte afbeelding bijgesneden zodat het
past.
Elk aangepast formaat/type
7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel
228