Operation Manual

109
3
Opnamen maken
Druk op de Groene toets in de opnamestand om het scherm Fn-instelling weer te
geven. Selecteer een item met de vierwegbesturing (2345) en druk op de
vierwegbesturing (23) of (45) om instellingen te wijzigen.
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Selecteer [Scherpte] in het menu [A Opnemen] met de
vierwegbesturing (23).
2
Verander het scherpteniveau met de vierwegbesturing (45).
F Zacht
G Normaal
H Scherp
U kunt de helderheid van de kleuren (Kleurverzadiging) of de tint van
monochrome opnamen (Kleur aanpassen) instellen.
Welke menu-items worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde
[Beeldtint] in het menu [A
Opnemen].
1
Selecteer [Kleurverzadiging (of Kleur aanpassen)] in het
menu [A Opnemen] met de vierwegbesturing (23).
2
Selecteer met de vierwegbesturing (45) het gewenste niveau
van de kleurverzadiging (of de tint voor Kleur aanpassen).
F Laag (Blauw voor Kleur aanpassen)
G Normaal (Zwart-wit voor Kleur aanpassen)
H Hoog (Sepia voor Kleur aanpassen)
Toegewezen items wijzigen
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
Kleurverzadiging/Kleur aanpassen instellen
Geselecteerde beeldtint Weergegeven item
Helder, Natuurlijk Kleurverzadiging
Monochroom Kleur aanpassen