Operation Manual
195
6
Instellingen
Met de druksensor van de camera kunt u de luchtdruk in de omgeving en de
hoogte van de camera meten.
Wanneer de camera is uitgeschakeld, zijn de meetwaarden zichtbaar op het
subscherm (
p.32). Wanneer de camera is ingeschakeld, zijn de meetwaarden
zichtbaar op het hoofdscherm (p.23).
U kunt zelf kiezen wat voor gegevens u ziet op het subscherm. U kunt het
subscherm zo instellen dat u de huidige tijd, de huidige tijd samen met de huidige
luchtdruk of de huidige tijd samen met de hoogte ziet.
1
Selecteer [Druksensor] in het menu [W Instelling] met de
vierwegbesturing (23).
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Druksensor] verschijnt.
3
Selecteer [Weergaveopties] met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
5
Wijzig de instelling met de
vierwegbesturing (23).
Uit: Alleen de huidige tijd wordt weergegeven
Druk: De huidige tijd en luchtdruk worden
weergegeven
Rel* hoogte: De huidige tijd en hoogte
worden weergegeven
* “Rel” betekent “relatief”.
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
De druksensor gebruiken
Het type gegevens instellen dat wordt weergegeven
(Weergaveopties)
• De hoogte wordt berekend met behulp van de luchtdruk. Het klimaat kan
echter enige afwijkingen in de berekening veroorzaken.
• Geef de [Cameralocatie] op wanneer u [Druk] of [Rel hoogte] selecteert.
Druksensor
OK
MEN
MENU
OKMENU
Weergaveopties
Cameralocatie
Waarden resetten
Uit
Druk
Rel hoogte
OK
OK
Cancel
Cancel
OKStop