Operation Manual
216
8
Bijlage
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera gaat
niet aan
De batterij is niet geplaatst
Controleer of een batterij is geplaatst.
Zo niet, plaats een batterij.
De batterij is verkeerd
geplaatst
Controleer de stand van de batterij.
Plaats de batterij opnieuw volgens
de poolaanduidingen +- in het
batterijcompartiment (p.34).
De batterij is uitgeput Laad de batterij op.
Geen beeld op het
scherm
De camera is aangesloten
op een computer
Wanneer de camera is aangesloten
op een computer, is het scherm
uitgeschakeld.
De camera is aangesloten
op een TV
Als de camera is aangesloten op
een tv, is het scherm uitgeschakeld.
Het scherm is ingesteld
op Uit.
Druk op de knop 4 om het scherm
in te schakelen.
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
Pas de helderheid aan bij
[Helderheid] in het menu
[W Instelling] (p.187).
De
batterijbesparingsfunctie is
geactiveerd
Als de batterijbesparingsfunctie is
ingeschakeld, wordt het scherm na
verloop van tijd automatisch gedimd.
Druk op een knop om de normale
helderheid te herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing] in
het menu [W Instelling] om de
functie Batterijbesparing uit te
schakelen (p.188).
De sluiter
ontspant niet
De flitser wordt opgeladen
Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt terwijl de flitser wordt
opgeladen. Wacht tot het opladen
gereed is.
Er is geen vrije ruimte op de
SD-geheugenkaart of in het
interne geheugen
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.41, 141).
Opnemen Wacht tot opslaan gereed is.
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
Het onderwerp is te ver weg
in een donkere omgeving,
zoals bij een nachtopname
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak
opnamen binnen het aangegeven
flitsbereik.