Operation Manual

89
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
scherpstelstand. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
Hierna wordt de procedure voor handmatig scherpstellen (\) beschreven.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (5) om \ te selecteren.
3
Pan-focus
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders vraagt
om opnamen voor u te maken of wanneer u
landschapsopnamen maakt vanuit een rijdende auto of trein. De
opnamen wordt van voor tot achter scherp.
s
Oneindig
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen in de
verte. De flitser is ingesteld op a (Flitser uit).
\
Handmatig
Focus
Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
Welke standen beschikbaar zijn, hangt af van de geselecteerde
opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.210)
voor details.
Het geluid van het scherpstellen wordt opgenomen, als u een andere
scherpstelstand kiest dan 3 of s in de standen C (Video),
(Onderwatervideo), (Hogesnelheidsfilm), c (Time-lapse-film) en
(Macro vanop 1cm-video).
Als [Automacro] is ingeschakeld en u q selecteert en opnamen maakt
terwijl het onderwerp verder weg is dan 50 cm, stelt de camera automatisch
scherp op (Oneindig).
De instelling van de scherpstelstand opslaan 1p.128
Handmatig scherpstellen
MEN
MENU OK
MENU OK
Stop
Stop
Stop OK
OK
OK
Focusinst.
Focusinst.
Standaard
Standaard
Focusinst.
Standaard