User manual

Rittal Koelaggregaat 27
7 Bediening
NL
7.3.3 Efficiency-informatie
Tik op het symbool “Efficiency-informatie”.
De gemiddelde Efficiency-waarde (EER) van de afge-
lopen 24 bedrijfsuren wordt weergegeven. De Efficien-
cy-waarde is de verhouding tussen het gegenereerde
koelvermogen en het verbruikte elektrische vermogen.
7.4 Configuratiemenu
Tik op het symbool “Configuratie”.
Er verschijnt een scherm waarop de PIN voor toegang
tot de onderliggende schermen moet worden inge-
voerd.
Blader met de knoppen “Omhoog” en “Omlaag” voor
het eerste cijfer door de waarden “0” tot en met “9”
totdat het gewenste cijfer in het vakje wordt weerge-
geven.
Bevestig uw selectie door op de knop “OK” te druk-
ken.
Blader nu met de knoppen “Omhoog” en “Omlaag”
voor het tweede cijfer door de waarden “0” tot en met
“9” totdat het gewenste cijfer in het vakje wordt weer-
gegeven.
Bevestig uw selectie door op de knop “OK” te druk-
ken.
Er wordt een lijst met onderliggende schermen weerge-
geven.
7.4.1 Temperatuur
Tik op het symbool “Temperatuur” voor een lijst van
alle onderliggende schermen.
Eenheid
Alle temperatuurwaarden van het apparaat kunnen in
Celsius “°C” of Fahrenheit “°F” worden weergegeven.
Tik op het symbool “Eenheid wijzigingen”.
Kies de gewenste eenheid (“°C” of “°F”) met de knop-
pen “Omhoog” en “Omlaag”.
Bevestig de invoer door op de knop “OK” te drukken.
Regelingsmodus
Het koelaggregaat kan het koelvermogen regelen op ba-
sis van een van de volgende twee temperatuurwaarden:
Software Release x.xx.xx
Laatste update YYYY-MM-DD
Laatste onderhoud YYYY-MM-DD
Apparaatnaam klant
Door de klant toegekende benaming voor het
koelaggregaat. Deze benaming kan via de Ri-
Diag-software en via de Blue e+ App worden
toegekend om onderscheid te maken tussen
verschillende apparaten.
Huidige regelmodus
Wanneer het apparaat is geconfigureerd als
“slave”: slave-nummer.
Sym-
bool
Parameter
Efficiency-informatie
Gemiddelde Efficiency-waarde (EER) van de
afgelopen 24 bedrijfsuren.
Tab. 8: Gedeelde “Efficiency-informatie”
Opmerking:
De PIN is in de fabriek ingesteld op “22”.
Sym-
bool
Parameter
Tab. 7: Gedeelte “Apparaatinformatie”
Sym-
bool
Parameter
Temperatuur
Instellingen voor de insteltemperatuur en de
regelingsmodus.
Alarmrelais
Instellingen voor het alarmrelais
Displaytaal
Selectie van de taal waarin teksten op de dis-
play worden weergegeven
Zelftest
Uitvoeren van een zelftest.
Tab. 9: Gedeelte “Configuratie”
Sym-
bool
Parameter
Eenheid wijzigen
Instellen van de eenheid op “°C” of “°F”
Regelingsmodus
Alarmdrempelwaarde
Bij overschrijding van deze drempelwaarde
wordt er een alarmmelding afgegeven.
Tab. 10: Gedeelte “Temperatuur”