Operation Manual
13
Eerste ingebruikname van de ontvangstinstallatie
Servos , schakelaar en accu’s overeenkomstig figuur 13 aansluiten. Tijdens gebruik de zenderantenne geheel
uitschuiven en ontvanger antenne helemaal afrollen. Altijd eerst de zender en dan de ontvanger inschakelen. Bij
het uitschakelen in omgekeerde volgorde te werk gaan. Na het inschakelen van de ontvanger lopen de servo’s
naar de neutraalstand. Iedere functie testen door het bedienen van de stuurknuppels op de zender.
Nadat de servo’s met de roeren verbonden zijn de draairichting van iedere functie testen. Beweegt een roer zich in
de verkeerde richting, dan moet de bijbehorende servo omgepoold worden zoals in menu 12 beschreven is.
Let erop dat iedere servo over de volle uitslag vrij kan bewegen, zonder mechanische begrenzing van de
stuurstangen. Dit voorkomt hoog stroom gebruik.
Knak impulsen vermijden. Deze kunnen ontstaan als door vibratie metalen delen met elkaar in aanraking komen,
bijv. stuurstangen.
De schakelaar van de ontvangstinstallatie moet zonder mechanische begrenzing bediend kunnen worden in beide
richtingen. Bij modellen met verbrandingsmotor moet de schakelaar steeds aan de tegenoverliggende zijde van de
uitlaat worden gemonteerd, zodat er geen olie in kan dringen.
De ontvangerantenne mag niet ingekort worden.
Alle kabels netjes en overzichtelijk aanbrengen, hier bij opletten dat er geen kabels strak gespannen staan, en dat
er geen gevaar bestaat voor kabelbeschadiging.
Bij het bevestigen van de servo’s in ieder geval de meegeleverde gurnmi tulen gebruiken. Bij het vast- schroeven
erop letten dat de gummi tulen niet te sterk samen gedrukt worden, anders gaat de trilling dempende werking
verloren.
Ontvanger en ontvanger accu steeds in dik schuimrubber verpakken, dit beschermt tegen trillingen. Bij gebruik van
de batterij houder en penlite cellen of batterijen moet er een extra elastiek om de batterij houder worden gedaan.
Overigens is het bij vliegtuigmodellen aan te bevelen kant en klare accupacks te gebruiken.
Accu’s klemvast aanbrengen, zodat verschuiven onmogelijk is. Ter bescherming tegen olie of brandstof kan de
ontvanger in een plasticzakje worden gedaan.
Reikwijdtetest uitvoeren, niet alleen voor de eerste start met een nieuw model. Crashes kunnen zo worden
voorkomen.