Operation Manual

16
Menu 12, Servo ompoling (REVRS)
Met ‘’ of’ wordt de gewenste functie uitgekozen en met SET of CLR omgepoold. De eerste vier vakken van
het display geven (afhankelijk van de gekozen stick mode, zie menu 21) de bij de stuur- knuppels aangegeven
functie nummers aan. Het eerste vak komt overeen met ontvanger uitgang nr. 1 en de daarop aangesloten servo
enz. De volgorde van de getallen is dus afhankelijk van de stuurknuppelbezetting.
Menu 13, Mixer type (MIX-TYPE)
De zender heeft 5 verschillende voorgeprogrammeerde mix-programma’s (zie tabel op blz.42), zodat praktisch
voor ieder model een geschikt mix- programma voorhanden is. De afzonderlijke mix- menu’s hebben de nummers
51 tot 75. Bij het mixer-type STANDARD zijn alleen de menu’s 11- 34 beschikbaar. De menu’s worden gekozen
met de toetsen SET en CLR. Na het indrukken korte tijd wachten tot het akoestische signaal gehoord wordt d.w.z.
dat het menu beschikbaar is. Door indrukken van de knop ’ verschijnt het bij het mixer-type behorende menu 51.
Van hieruit kan weer doorgebladerd worden met de toets ‘’ tot menu 75.
Menu 14, ATV-servoweg instelling
De ATV-functie maakt het mogelijk de servo uitslag naar beide zijden onafhankelijk van elkaar voor ieder kanaal in
te stellen. Bij verkleining van de uitslag d.m.v. ATV worden ook de trim uitslag en eventueel ingestelde DUAL
RATE uitslagen kleiner. Met SET of CLR het gewenste kanaal kiezen. De kanaalnrs. komen overeen met de nrs.
die naast de stuurknuppels afgedrukt zijn, of de nrs. 5 t!m 8 voor de extern functies die op de stekerplaatsen van
de zender printplaat staan (EXTERN CHANNEL).Voor het instellen van de servo uitslag met de bijbehorende
stuurknuppel of schakelaar de cursor op de gewenste plaats brengen. Met + of - de gewenste servo uitslag
instellen.
Menu 15, Servo uitslag-omschakeling aileron (DUAL RATE AlL)
De dual rate functie maakt het mogelijk de servo uitslag van drie stuurknuppel functies (motordrossel niet) om te
schakelen naar een van te voren ingestelde waarde. Er is dan minimaal één extra schakelaar nodig. De
schakelaar kan aangesloten worden op de stekercontacten 1-9 of A-C (zie blz. 10). De stekerplaats wordt door de
programmering vastgelegd. De pijl tussen haakjes geeft de schakelaarstand aan. De cursor altijd bij de pijl die
dezelfde richting heeft als de schakelaar-pijl. Met + of - kan de waarde nu tot 30% van de totale uitslag
gereduceerd worden. Dit systeem maakt het mogelijk zelf te bepalen in welke schakelaarstand de dual rate
werkzaam is. Als er geen schakelaar wordt gebruikt kan de dual rate wel gebruikt worden maar niet uitgeschakeld.