Operation Manual
31
Dit programma is bedoeld voor zweefvliegtuig modellen (en motormodellen) met ailerons die ieder door een aparte
servo worden aangestuurd. De servo’s moeten overeenkomstig de schets hiernaast op de ontvanger worden
aangesloten. Als alleen aileron-differentiëring wordt geprogrammeerd dan de servo’s op kanaal 1 en 7 van de
ontvanger aansluiten. Wordt de flaperon mixer gebruikt in combinatie met aileron-differentiëring, dan de servo’s
aansluiten op kanaal 1 en 5 van de ontvanger. Voor het grootste deel zijn de menu’s van model programma
GLIDER 2 identiek aan de menu’s van GLIDER 5, daarom worden alleen de afwijkende menu’s hier beschreven.
Menu 53, servo-weg instelling FLAPERON
Met deze functie kan de servo weg van de aileron servo’s ingesteld worden, wanneer deze gebruikt worden als
Welfkleppen. Cursor, door bediening van de flap-regelaar (of schakelaar) naar de gewenste uitslag-richting
brengen. Uitslag instellen met + of -.
Menu 64, Mixer flaperon-hoogteroer (FLPRN-ELE)
Met deze mixer kan, het bij het bedienen van de ailerons als flaps optredende verlies aan opwaartse kracht
(ailerons naar boven) of de optredende toename van opwaartse kracht (ailerons naar beneden) met het hoogteroer
Servo aansluiting
Ontvanger- Engels Afkorting
aansluiting
1 rolroer aileron AIL
2 hoogteroer elevator ELE
3 stoorklep air brakes A-BRK
4 richtingroer rudder RUD
5 Rolroer 2 (bij FLPRN) AIL
6 vrij -- --
7 rolroer 2 (bij diff) AIL
8 vrij --- ---