Operation Manual

32
worden gecompenseerd. De hoogteroer uitslag is instelbaar, het mixer-neutraalpunt kan geprogrammeerd worden
(Offset). De mixer kan met een externe schakelaar in- of uitgeschakeld worden (stekerplaats 7). Met een externe
trimmer kan de geprogrammeerde instelling getrimd worden (trimmerplaats 5). Mixer aktiveren met ’ en CLR.
Toets ‘indrukken. Voor de offset instelling de ailerons (als flaps) in neutraalstand brengen, door gelijktijdig
indrukken van SET en CLR wordt deze positie van de schuifregelaar als mixer-neutraalpunt ingesteld. De
gewenste hoogte- roer uitslag (bij volledige uitslag van de flaps) instellen met + of -. De mix-richting is ompoolbaar.
Menu 65, Mixer FLAPERON
De Flaperon-mixer maakt een combinatie van rolroeren en flaps mogelijk. Dezelfde roeren zijn zowel aileron als
flaps. De flaps worden met een schuifregelaar bediend.
Mixer aktiveren met CLR, aileron weg instellen met + of -(bij volle aileron uitslag), flap weg instellen met ‘’ en + of
- (hij volle flap-uitslag). De mixer is ompoolbaar.
Menu 66, Mixer hoogteroer-FLAPERON
(ELE-FLPRN)
Met deze mixer kunnen gelijke of tegengestelde uitslagen van de flaps aan het hoogteroer gegeven worden.
Hierdoor zijn ‘hoekige’ vliegfiguren (SNAP-figuren) mogelijk. De mixer kan met een externe schakelaar in- en
uitgeschakeld worden(stekerplaats 8). Met een extra trimmer kan de geprogrammeerde instelling getrimd worden
(trimmerplaats 6).
Mixer aktiveren met CLR. Flap uitslag instellen (bij volle uitslag van het hoogte-roer) met + of -.
De mixer is ompoolbaar.
Delta Mixer.
Bij gebruik als delta-mixer moet natuurlijk ook functie 65, FLAPERON geactiveerd zijn.