Operation Manual
10 V0214 D 510
Nederlands Français English Deutsch
Elektrische aansluiting (Fig.3-4)
Aarzel niet om de elektrische aansluiting te laten uitvoeren door een bevoegd elektricien.
- Controleer of de netspanning van uw machine overeenstemt met deze van uw werkplaats.
- Verwijder het deksel van de aansluitkast en voer de aansluitkabel door de kabelklem (3)
- Sluit de 3 fasen aan op de klemmen gemerkt L1,L2,L3 (g.4) - De nulgeleider (blauw) moet worden
aangesloten aan klem N.
- Zorg steeds voor een goede aarding en sluit deze aan op de klem gemerkt met het symbool van de
aarding PE (de aardleider is geel-groen).
- Controleer de draairichting van de schaafasmotor. Indien de riching verkeerd is, moeten de draden
L1 en L2 worden omgewisseld.
Is de draairichting van de schaafasmotor juist, dan draaien de andere motoren ook in de juiste
richting.
Opmerking: de motoren zijn tegen overbelasting beveiligd. Als de motor wordt
uitgeschakeld door die beveiliging moet u wachten tot de motor voldoende afgekoeld is alvorens de
machine weer op te starten.
Fig.4
Fig.3