Bedienings- en veiligheidshandleiding Oorspronkelijke bedieningsinstructies (NL) Modellen RC304u / RC308u / RC312u en RC304 Pro / RC306 / RC308 Pro / RC312 Pro S 2017A
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 – Inleiding en veiligheid ...................................................................................................... 3 1.1 Inleiding .................................................................................................................................. 3 1.2 Definities plaatjes met waarschuwingen ................................................................................ 4 1.3 Veiligheidswaarschuwingen en voorzorgsmaatregelen ......................
Hoofdstuk 1 – Inleiding en veiligheid EG conformiteitsverklaring De producten die onder deze verklaring vallen Automatische grasmaaier met 26 V accu, model: Modellen Robomow RC304u / RC308u /RC312u en RC304 Pro / RC306 / RC308 Pro / RC312Pro S NL Fabrikant: F. Robotics Acquisitions Ltd. Hatzabar St., Industrial Zone Postbus 1412 Pardesiya, 42815 Israël F. Robotics Acquisitions Ltd.
1.2 Betekenis van de waarschuwingsstickers De volgende symbolen zijn aangebracht op de Robomow ®. Bestudeer ze goed voor u de Robomow ® gebruikt.. 1 2 3 4 5 6 7 1. Dit is een gevaarlijk aangedreven gereedschap. Wees voorzichtig wanneer u met de Robomow werkt en volg alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen. 2. Lees de Bedienings- en veiligheidshandleiding aandachtig voor u uw Robomow ® gebruikt. 3. Gevaar van voorwerpen die tijdens de werking worden weggeslingerd. 4.
NL Transport – Om de Robomow veilig naar en van de werkzone te verplaatsen: 1. Druk op de STOP-knop om de Robomow ® te stoppen. 2. Gebruik de afstandsbediening (verkrijgbaar als accessoire) om de maaier van de ene plaats naar de andere te laten rijden. 3. Als er een niveauverschil is, zet u de veiligheidsschakelaar uit en draagt u de maaier aan de draaggreep. BELANGRIJK! Het is aanbevolen dat u de oorspronkelijke verpakking bewaart voor het gevalu de Robomow zou moeten verzenden. 4.
1.4 Veiligheidsvoorzieningen van de Robomow 1. Kinderslot Het kinderslot voorkomt dat de Robomow ® onbedoeld gaat werken wanneer toevallig een knop wordt ingedrukt. U moet twee knoppen in de juiste volgorde indrukken om de machine te starten. 2. Diefstalbeveiliging De diefstalbeveiliging verhindert het gebruik of het verrijden van de Robomow ®, tenzij na het invoeren van een geldige code. De Robomow zal u vragen een code van vier cijfers als persoonlijke veiligheidscode in te voeren. 3.
Hoofdstuk 2 – Ken uw de Robomow® 2.1 Wat zit er in de doos 1 8 9 NL 10 2 3 12 11 4 5 Operating & Safety Manual 6 7 1 Robomow® 7 RoboRuler Wordt gebruikt voor het instellen van de afstand tussen de perimeterdraad en de rand van het gazon. 2 Draadpennen* Worden gebruikt voor de bevestiging van de draad aan de grond. 8 Basisstation Wordt door de Robomow gebruikt als basis en voor het opladen wanneer hij niet maait.
2.2 Hoe de Robomow voor u werkt • Eerst moet u een perimeterdraad aanbrengen rond het volledige gazon en rond de beschermde zones van het gazon. • De perimeterdraad bepaalt de grenzen van de Robomow. De perimeterdraad loopt langs de rand van het gazon en rond bomen, planten, vijvers en voorwerpen die de Robomow moet vermijden. • Als de meegeleverde draad niet voldoende is, kunt u meer draad kopen en met een meegeleverde connector met de bestaande draad splitsen.
2.3 Functies van de Robomow • Eenvoudige eenmalige configuratie – De Robomow vereist een eenvoudige eenmalige configuratie die de consument gemakkelijk kan uitvoeren. De Robomow herkent de draad met behulp van speciale sensoren en zorgt ervoor dat de machine altijd binnen het opgegeven gebied blijft. Essentiële accessoires worden standaard bij het product geleverd. NL • Randmaaien – In tegenstelling tot andere automatische grasmaaiers is de Robomow de enige rotobmaaier met een speciale randmodus.
Hoofdstuk 3 – Vooruitplannen Uw gazon klaarmaken voor de Robomow is kinderspel. Omdat elk gazon uniek is, raden we u aan dit hoofdstuk te lezen voor u de perimeterdraad begint te leggen. Dat zal gemakkelijker gaan als u eerst de route van de draad plant en een schets van het gazon maakt, met alle hindernissen en met de plaats van het basisstation. Op die manier voorkomt u fouten tijdens de installatie. Scan en bekijk de video over de installatie en bediening van de Robomow.
3.1.2 Gazontype “Basiszone + sub-zone(s)“ Su bz on e Basiszone Basiszone Basiszone en subzone met smalle doorgang o Is uw gazon een continue zone? o Zijn delen van uw gazon van de basiszone gescheiden? o Is er een smalle doorgang van minimaal 1 meter die de Robomow kan gebruiken om zich tussen de zones te verplaatsen? o Is deze smalle doorgang stevig, vlak en glad (zonder stenen, zandige plaatsen of niveauverschillen)? Bijvoorbeeld: gebied met gras, stevig pad, stevige grond.
3.1.4 Configuratietypes voor aparte zones: Een aparte zone kleiner dan 70 m² o Een apart gebied dat kleiner is dan 70m² kan in één bewerking worden gemaaid. Daarom kan het – als dat mogelijk is – met de perimeterdraad van de basiszone worden verbonden (het basisstation levert het signaal). Een aparte zone kleiner dan 70 m² 2 draden onder dezelfde pen Of o Mogelijk heeft de zone een afzonderlijke perimeterdraad nodig.
U kunt het basisstation op twee manieren instellen: 3.2.2 Interne configuratie (binnen de gazonperimeter) • • Kies een plaats langs de perimeterdraad waar u het basisstation wilt zetten, gebaseerd op de voorwaarden van alinea 3.2.1. Plaats het basisstation in de richting die de figuur rechts toont. NL 3.2.3 Externe configuratie (buiten de gazonperimeter): Scan de code om de video over de installatie van een externe basis te bekijken. Er zijn twee soorten externe configuraties: A.
3.3 Selecteer locatie controlepaneel Neem het volgende in overweging om de plaats van het controlepaneel te kiezen: Het controlepaneel zal aangesloten worden op het basisstation met een 15 meter lang verlengsnoer. Kies een geschikte plaats, in de buurt vaneen stopcontact, om het controlepaneel aan de muur te bevestigen. Plaats het buiten de perimeter van het gazon. Kies een goed toegankelijke plaats. Kies een droge en beschutte plaats. Het controlepaneel moet verticaal bevestigd worden.
Hellend vlak binnen het gazon Robomow kan in het werkgebied zones met een helling tot 35% (35 cm stijging per 1 meter) maaien. Tip: Als de maaimachine bij het beklimmen van een helling los komt van de grond, is de helling te steil. Zonder het steile gebied af van de werkzone van de Robomow. Op gazon met een helling van 35% NL Hoe berekent u de helling van uw gazon? 100 cm 35 cm Max.
Hoofdstuk 4 – Eerste configuratie 4.1 Voorbereidingen Aanbevelingen voor u begint Tijdens de installatie moet u pennen in de grond slaan. Dat zal gemakkelijker gaan als u het niet doet terwijl het gras hoog is, en dat u het gazon sproeit voor u begint. Hamer Combinatietang 4.1.1 Van start gaan Zorg ervoor u alle benodigdheden voor de installatie binnen handbereik hebt. Houd de doos van de Robomow in uw buurt, zodat u alles bij de hand hebt.
4.2.1 Vertrekpunt: Perimeterdraad op het gebied van het basisstation. m ek . 3 ho in e M e lk n va • Plaats het basisstation volgens uw plan, zoals u ziet in de figuur rechts. Plaats het basisstation niet binnen 3 meter voorbij een hoek NL • Neem de rol draad met een groene connector aan het uiteinde. • Trek de connector en een eindje draad uit het plastic. Verwijder de draadspoel niet uit zijn behuizing. De plastic behuizing is de houder van de draad.
• Als het werkgebied grenst aan een vlak pad dat op gelijke hoogte met het gazon ligt, kan de Robomow het pad volgen. De perimeterdraad moet dan op 10 cm van de rand van het pad liggen. • Als het werkgebied wordt verdeeld door een vlak pad dat op gelijke hoogte met het gazon ligt, kan de Robomow het pad kruisen. De perimeterdraad kan onder de plaveien lopen of hun voegen volgen.
4.3 Perimeterdraad binnen het werkgebied 4.3.1 Harde obstakels o Obstakels die een botsing kunnen weerstaan, bijvoorbeeld bomen of bosjes hoger dan 15 cm, hoeven niet afgebakend te worden door de perimeterdraad. De Robomow zal draaien wanneer hij dergelijke obstakels ontmoet. NL 4.3.2 Perimetereilanden o o o o o o o Gebruik de perimeterdraad om in de werkzone gebieden af te bakenen, door eilanden te creëren rond obstakels die geen botsing kunnen weerstaan, zoals bloembedden en fonteinen.
4.3.3 Een smalle doorgang instellen Een smalle doorgang is een pad dat twee zones van het gazon met elkaar verbindt. Het pad stelt de Robomow in staat om tussen de zones te rijden terwijl hij de draad volgt, maar belet dat hij tijdens het maaien in een zone naar een andere zone oversteekt. De doorgang moet ten minste 1,2 m breed zijn opdat de Robomow hem zou kunnen gebruiken. Als de doorgang breder dan 2 m is, Er is GEEN bijzonder instelling van de perimeterdraad vereist. Ga verder naar sectie 4.3.4.
Als de doorgang BREDER is dan 1,5 m: Als de smalle doorgang breder is dan 1,5 m en u wilt dat Robomow het gebied binnen de smalle doorgang maait, kunt u de draad instellen zoals u ziet in de onderstaande illustratie. Met deze configuratie kan de Robomow in de smalle doorgang maaien zal hij niet oversteken tussen de zones. 1. Bepaal de ingang van de smalle doorgang – het punt waar de maaier naar de subzone moet vertrekken. 2. S tel een eiland in het midden van de smalle doorgang in (zie 4.3.
4.3.4 Subzones als vertrekpunten op afstand gebruiken In sommige gevallen bestaat de basiszone uit twee of meer grote delen, verbonden door een brede (meer dan 2 meter) doorgang, bijvoorbeeld een voor- en een achtertuin. Om in dergelijke gevallen een goede dekking van alle delen van de basiszone te verzekeren, kunt u de maaier zo instellen dat hij af en toe op een specifiek punt langs de perimeterdraad begint te maaien (niet bij het basisstation). Dergelijke punten noemen we vertrekpunten op afstand.
o Als u een extra draad nodig hebt om de installatie te voltooien, verbindt u hem met de waterdichte connectors die bij de de Robomow worden geleverd. (Zie sectie 11.6 – Splitsen van de perimeterdraad). Gebruik alleen de draadconnectors die bij de Robomow worden geleverd. NL Gedraaide kabels of een met isolatietape geïsoleerde kroonsteen zijn geen goede splitsingen. Vocht in de grond kan de geleiders doen oxideren, zodat de kring zal worden verbroken. 4.
4.6 Het basisstation plaatsen en aansluiten o o Plaats het basisstation op de perimeterdraad, zoals u ziet in de figuur rechts. Lijn het midden van het basisstation op de draad uit. o Sluit de groene connector van de perimeterdraad aan op het basisstation, zoals hieronder, en let op de juiste polariteit: o Wanneer het basisstation op zijn plaats staat, steekt u twee haringen in de openingen van het basisstation, zoals u ziet op de illustratie rechts.
4.7.1 Op de plaats van het controlepaneel: • Sluit het DC-snoer van het controlepaneel aan op het 15 m lange verlengsnoer. Dockingindicator Automatische bediening • Sluit het controlepaneel aan op een gewoon stopcontact (230V / 120V). De dockindicator zal branden wanneer de maaier zich in het basisstation bevindt. )) De werkingsindicator zal branden wanneer de maaier zich niet in het basisstation bevindt.
4.8 Installatie in een zone die geen basiszone is Een niet-basiszone is een deel van het gazon dat niet aangesloten is op een basisstation. In deze zones moet u een perimeterschakelaar installeren. De perimeterschakelaar kan indien nodig gemakkelijk naar een andere zone worden verplaatst. De perimeterschakelaar MOET verticaal bevestigd zijn om waterdicht te zijn 4.8.
• Wanneer de lus van de perimeterdraad klaar is, leidt u de draad weer naar de perimeterschakelaar. 2 draden onder dezelfde pen • Aan het einde van de lus van de perimeterdraad hebt u nu twee draden. Leg de twee losse draden in de richting van de perimeterschakelaar en bevestig ze samen met dezelfde pen aan de grond. NL 4.8.4 Op de plaats van de perimeterschakelaar: • Snijd de einden van de losse draad op gelijke lengte en draai ze samen. • Verwijder 5 mm isolatie van de draad zonder connector.
• Houd de perimeterschakelaar ingedrukt en druk de zijlipjes (1) in om ze van het achterdeksel (2) te verwijderen. 2 1 • Sluit de voedingsstekker aan op het paneel van de perimeterschakelaar. Plaats het deksel terug. • Sluit de voeding aan op een gewoon stopcontact (230V / 120V). ! BELANGRIJK ! De voeding is ALLEEN voor gebruik binnen. Kies een beschutte, droge en goed geventileerde plaats die NIET blootgesteld is aan direct zonlicht, water of regen.
Hoofdstuk 5 – De Robomow voorbereiden Voor de Robomow voor de eerste keer gebruikt wordt, moet u enkele eenvoudige voorbereidende instellingen uitvoeren. Wanneer de voorbereidingen klaar zijn, is uw de Robomow klaar om uw gazon te maaien. 5.
5.2.3 Dag en tijd instellen • Scroll om de dag in te stellen en druk op OK om te bevestigen. • Scroll om de tijd in te stellen en druk op OK om te bevestigen. 5.2.4 Oppervlakte van de basiszone • Scroll om de gazongrootte (m²) te selecteren voor de basiszone, waar het basisstation geïnstalleerd is. Als er een extra zone (subzone of aparte zone) bestaat, neemt u ze niet op in dit gebied (deze zal apart ingesteld worden). Opmerking – U moet deze instellingen (5.2.2 – 5.2.
5.2.6 De positie van de draad testen • U003 wordt weergegeven (Test draad positie) – druk op OK. • De Robomow zal de draad volgen langs de rand om de draadpositie te testen. Loop met de Robomow mee, als deze de rand volgt. Als het proces voltooid is, zal de Robomow het basisstation binnengaan en wordt het instelproces voltooid.
Hoofdstuk 6 – Bediening van de Robomow 6.1 Automatische bediening o Na de eenmalige configuratie is de Robomow geconfigureerd om automatisch de volgende cyclus van handelingen uit te voeren: - Als de accu volledig geladen is, vertrekt de Robomow automatisch van het basisstation. - De Robomow zal het gazon maaien. - Hij zoekt naar het basisstation wanneer de accu bijna op is (de Robomow maait niet terwijl hij het basisstation zoekt).
OK om selectie te kiezen/ goed te keuren Maaien met rand/ linker pijl ok Maaien zonder rand/ rechter pijl NL STOP Instellingen GA naar basis (Home) Stop (tijdens werking)/ terug (in een menu) 6.3 Handmatige bediening Handmatige bediening wordt gebruikt wanneer u het gazon los van het automatische programma wilt laten maaien. Om de handmatige bediening te starten, drukt u op een willekeurige knop (behalve op de STOP-knop) om de display te tonen, terwijl de Robomow zich in het basisstation bevindt.
6.4 Menuopties U kunt verscheidene niveaus van menuopties van de Robomow instellen: A. Basisinstellingen B. Geavanceerde instellingen C. Instellingen van de Robomow-app 6.4.1 Basisinstellingen De basisinstellingen zijn de meest courante menuopties die door de gebruiker kunnen worden aangepast. Elke basisinstelling heeft een pictogram op de maaimachine (zie 6.2 – Bedieningspaneel) dat verlicht wordt om de geselecteerde menuoptie aan te duiden.
6.4.1.4 Gebied – Pas de grootte van het gazon aan als ze veranderd is. NL • Druk viermaal op de knop "Instellingen", tot het oppervlaktepictogram knippert. • Schuif om de oppervlakte in te stellen en druk op "OK" om te bevestigen. • Indien meer dan één zone gedefinieerd is, schuif u eerst naar de zone die u wilt bewerken en stelt u zoals boven beschreven haar oppervlakte in.
Scherm P002 P003 Instelling Eilanden (Standaard = OFF) Hou draadafstand (Standaard = ON) Max. afstand voor Hou draadafstand P004 P005 (Standaard = veranderd op basis van het gazongebied) Minimale afstand voor Hou draadafstand (Standaard = 1) P006 36 Hou draadafstand Beschrijving • In het geval van een groot perimetereiland (een zwembad, een vijver, een groot bloembed enz.) in een gegeven zone is het aanbevolen de instelling “Aan” te kiezen.
Scherm P007 P009 P010 P011 P012 P013 P014 Regensensor (Standaard = On) Gevoeligheid regensensor (Standaard = 2) Rand On/OFF (Standaard= On) Kinderslot (Standaard = OFF) Diefstalbeveiliging (Standaard = OFF) Beschrijving • De functie Regensensor stopt de machine bij regenachtig of zeer vochtig weer. • Dit wordt aanbevolen voor de gezondheid van het gazon. Het maaien van nat gras vormt echter geen technisch probleem.
Scherm Instelling Beschrijving Opties Zone verwijderen • Maakt de verwijdering van een aparte zone of een subzone mogelijk. • Kies de zone die u wilt verwijderen en druk op OK.
Scherm Instelling Slim maaien P025 Rand overlap (Standaard = 10) Turbo Maaien (Standaard = OFF) RoboHome P027 P028 (Standaard = OFF voor alle modellen behalve 'RC312 Pro S') Externe basis (Standaard = OFF) • Geeft u de mogelijkheid om de mate van overlapping met de rand van het gazon in te stellen tijdens het uitvoeren van vloeiende, continue bochten in de SmartMow-modus.
Hoofdstuk 7 – Werken met het controlepaneel 7.1 Waarschuwingen controlepaneel Gebeurtenis Beschrijving Dockindicator is verlicht. De maaimachine bevindt zich in het basisstation. Werkingsindicator is verlicht De maaimachine bevindt zich niet in het basisstation. De aan/uitindicator van de automatische bediening brandt. Op de maaier wordt “PAUSE” (Pauze) weergegeven. Dockingindicator Automatische bediening AAN/UIT De automatische werking is gepauzeerd.
Hoofdstuk 8 – Laden 8.1 Tijdens het seizoen laden Het basisstation is de primaire laadbron. De Robomow laadt zijn accu en houdt hem op spanning terwijl hij op de volgende maaibeurt wacht. 8.2 Buiten het seizoen laden NL Buiten het seizoen, zoals in de winter, moet u: • De accu in het basisstation volledig te laden, tot de groene led van de accu continu brandt. LED-indicators voor laden: - Rood brandt continu – laad de accu. - Groen knippert – tijdens het laden van de accu.
Hoofdstuk 9 – Problemen oplossen en gebruikersberichten 9.1 Algemene foutcodes • De Robomow houdt zijn werking voortdurend in de gaten. Hij geeft foutmeldingen die u helpen bij een vlotte bediening. • De doos bevat een sticker met de meest courante foutcodes. U kunt hem op de maaier plakken. • (*) E9 (zie Problemen oplossen in de handleiding) duidt fouten aan die niet vaak voorkomen en daarom niet in de bovenstaande tabel met foutcodes worden vermeld.
Scherm Bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Oplossing -- Controleer of het basisstation aangesloten is op het stopcontact. -- Controlepaneel/perimeterschakelaar is niet ingeschakeld of niet aangesloten Geen draadsignaal -- De perimeterdraad is niet aangesloten op het basisstation/de perimeterschakelaar. -- De perimeterdraad is doorgesneden. E4 Kijk voeding na E6 Controleer mes/ maaihoogte Controleer aandrijving -- Controleer de ledindicaties op het controlepaneel.
Scherm Bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis -- U hebt te veel inactieve dagen en/of uren ingesteld voor de oppervlakte van uw gazon. De huidige instellingen zullen niet worden gewijzigd. E8 Verminder inactieve tijd -- De maaifrequentie is te hoog voor de huidige instellingen voor inactieve tijd. De inactieve tijd zal worden teruggezet naar de standaardwaarde. -- De ingestelde oppervlakte is te groot voor de huidige instellingen voor inactieve tijd.
Scherm 0021 Bericht Controleer maaihoogte 0023 Kijk voeding na 0026 Probleem basis Oplossing --De motor van de maaier is overbelast omdat het gras te hoog is of omdat --LET OP – Zet de veiligheidsschakelaar uit voor een obstakel in de weg zit of om het u het mes controleert. mes gewikkeld is. --Inspecteer het mes op vreemd materiaal of vuil --Iets belet het mes om vrij te draaien. dat het draaien belet. --Een sterke ophoping van gras onder --Verwijder opgehoopte grasresten met een stok.
9.3 Gebruikersberichten De volgende tabel vermeldt informatie over gebruikersberichten die op de maaimachine weergegeven kunnen worden: Scherm Bericht/beschrijving Vereiste actie batt Laad de accu. Low battery voltage (Lage accuspanning). Laad accu opnieuw. paUs De automatische werking is gepauzeerd via het controlepaneel of het menu Programma Aan/Uit. Schakel de automatische werking in op het controlepaneel of op het menu Programma Aan/ Uit (zie sectie 7.3 of sectie 6.4.2, menu P021).
Scherm Bericht/beschrijving Vereiste actie U062 Alarm zal snel afgaan. Dit waarschuwt u om uw pincode in te voeren voor het alarm van de diefstalbeveiliging afgaat. U064 Het basisstation kan niet worden gezocht Wordt weergegeven als u op “Home” drukt in een zone zonder basisstation. Wacht op draadsignaal... U086 Maaim. overbelast, koelt af... U087 U088 De motor van de maaimachine heeft te lang onder een zware belasting gewerkt.
Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis De maaier vertrekt -- Dit kan verschillende redenen gedurende lange hebben:inactieve uren, regendetectie tijd niet uit het enz. basisstation De Robomow maakt lawaai en trilt -- Beschadigd of slecht gebalanceerd mes De maaier rijdt -- De draad onder het basisstation is niet het basisstation strak en ligt niet in het midden van het niet goed binnen station. en mist soms de -- Het basisstation op een zijhelling laadcontacten geplaatst.
Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis -- Slechte verbindingen De indicator voor een slechte -- In elkaar gedraaide draden of een kroonsteen met isolatietape is geen aansluiting goede splitsing. knippert op het controlepaneel -- Vocht in de grond zal de geleiders doen oxideren. Oplossing -- Controleer en repareer alle losse, slechte of verroeste aansluitingen. -- Gebruik de connectors in de doos. Ze zijn waterdicht en zorgen voor een betrouwbare elektrische aansluiting. Code NL 9.4.
Hoofdstuk 10 – Productspecificatie RC304u/Pro RC308u/Pro RC312u/Pro S Benaming Robotmaaier Robotmaaier Robotmaaier Max.
Hoofdstuk 11 – Onderhoud en opslag 11.1 Algemene instructies • • • NL • Schakel de veiligheidsschakelaar van de Robomow® altijd uit voor u een blokkering oplost, /controleert/ schoonmaakt, aan de Robomow® controleert/schoonmaakt of eraan werkt, of het mes vervangt. Probeer nooit de maaier te herstellen of af te stellen terwijl hij werkt. Controleer en reinig de Robomow® regelmatig en vervang versleten onderdelen om de prestaties en de werking te verbeteren en uw product langer te doen meegaan.
• • Inspecteer de onderkant van de maaimachine regelmatig. Reinig indien noodzakelijk. Verwijder voorzichtig opgehoopte grasresten onder het maaidek. -- De meeste ophoping van gras kan met een kleine stok of een gelijk voorwerp worden verwijderd. -- Mogelijk kunt u het mes verwijderen om beter toegang te krijgen tot de maaikamers. BELANGRIJK!Zet de maaimachine niet ondersteboven. Plaats de maaier liever tegen een vlak, zodat u het maaidek kunt bereiken.
11.6 De perimeterdraad splitsen Als u de perimeterdraad moet splitsen, gebruikt u een connector in de doos van de Robomow. Ze zijn waterdicht en geven een betrouwbare elektrische verbinding. BELANGRIJK!Voor u de perimeterdraad splitst, verbreekt u de verbinding van het controlepaneel met het stopcontact. NL 1. Plaats de twee draadeinden in de uiterst linkse en uiterst rechtse posities in de connector. 2. Controleer of de draden volledig in de connector geplaatst zijn. 3.
Hoofdstuk 12 – Accessoires Mes (Onderdeelnummer MRK7003A) Houd een reservemes bij de hand. Een scherp mes is belangrijk voor veiligheid en de beste maaiprestaties. Accu (Onderdeelnummer MRK7005A) Gebruikt om de bestaande accu te vervangen en de maaicapaciteit te vernieuwen. Pak met pennen Perimeterdraad (Onderdeelnummer MRK0040A voor 100 m, MRK0060A voor 200 m) Voor grote gazons of extra zones. Gebruikt voor het vastzetten van de perimeterdraad aan de grond. Voor grote gazons of extra zones.
Hoofdstuk 13 – Tips voor het onderhoud van uw gazon Robomow® – Het onderhoud van het gazon is nooit zo makkelijk geweest De beste tijd om te maaien Maai uw gazon terwijl het gras droog is. Dit voorkomt dat de resten samenklitten en hoopjes vormen op het gazon. Maai bij warm weer liever laat op de dag. NL Maaifrequentie Maai vaak, zodat het maaisel kort en klein blijft. In het actieve groeiseizoen moet de maaifrequentie verhoogd worden naar elke 3 tot 5 dagen, voor het gras te hoog wordt.
Garantiekaart Beperkte garantie serie "C" Friendly Robotics garandeert aan de oorspronkelijke koper, dat het ‘Product’ van de serie "C" geen defecten heeft qua materialen en vakmanschap, bij gebruik voor normale huishoudelijke doeleinden gedurende een periode van drie jaar** (voor in Europa gekochte modellen RC304 Pro, RC308 Pro en RC312 Pro S), twee jaar (voor in Europa gekochte modellen RC304u, RC308u en RC312u) of een jaar (voor alle in de VS gekochte modellen).
NL 57