Operation Manual

12
Dicht bij een wandcontactdoos (230V) – de lengte van de laagspanning kabel is 15m (Noteer: deze
lengte mag niet veranderd worden).
Noteer: De voeding is geschikt voor gebruik buitenhuis, maar moet toch geplaatst worden op een
beschutte plek waar het droog is, goed geventileerd en niet blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
Plaats het basistation minstens een meter van een hoek;
Plaats het basistation met zijn hek naar de binnenzijde van het gazon toe;
Robomow® is bestand tegen water en regen, maar we bevelen toch aan om het basistation
buiten het bereik van sproeikoppen te plaatsen. Dat is beter.
1.2.2 Meervoudige zones/velden en smalle doorgangen
Voor uw tuin is misschien meer dan één zone nodig die geïnstalleerd moeten worden zodat
Robomow® efficiënt uw gehele gazon kan maaien. Waar de grasvelden niet in een stuk liggen of
door hekken, paden of andere obstakels gescheiden zijn, moet er telkens een gescheiden zone
aangelegd worden.
Bij het aanmaken van gescheiden zones zijn er twee opties om de draad te leggen:
Optie A
: Alle zones zijn verbonden en verbonden met het basistation. De perimeterdraad mag tot
500 meter lang zijn voor een kring indien hij met het basistation verbonden is (Figuur 1.4).
Optie B: Er zijn gescheiden zones die verbonden zijn met het basistation of met een perimeter-
schakelaar (die is verkrijgbaar als toebehoor – zie Hoofdstuk 7). U kan de perimeterschakelaar
telkens verplaatsen tussen verschillende zones (Figuur 1.5).
Om andere velden te maaien rijdt u of draagt u Robomow® tot in het veld waar u wil maaien en
start hem. Indien het een veld is waar minder maaitijd voor nodig is dan voor het vorige, kan u dat
gemakkelijk installeren (Hoofdstuk 2.1.2). Indien dat veld gemaaid is, rijd dan de maaier terug
naar het station waar hij zich zal bijladen.
Afstand bepalen tussen overeenkomstige perimeterdraden die met elkaar zijn verbonden:
1. .Als alle zones geïnstalleerd zijn met dezelfde perimeterdraad die verbonden is met dezelfde bron
(basisstation/perimeterschakelaar) , is een afstand van één meter tussen de perimeterdraden
voldoende om eventuele storingen tussen de draden te voorkomen.
2. Als zones zijn geïnstalleerd met verschillende, niet met elkaar verbonden perimeterdraden die
ieder hun eigen bron (basisstation/perimeterschakelaar) hebben, is het volgende vereist:
a. Houdt tussen de draden een afstand van minstens 30-50 centimeter aan waardoor de
overlap tussen maaizones gemaaid kan worden. Synchroniseer de maaischema’s om er
zeker van te zijn dat er geen storingen tussen de maaizones optreden. OF
b. Houdt twee meter afstand tussen de perimeterdraden, synchroniseren van de aaischema’s is
dan overbodig.
WAARSCHUWING!
Iemand kan ernstig verwond worden! Als u
de stroomkabel plaatst die naar het laad
station leidt, zorg er dan voor dat die goed
aan de bodem vastgemaakt is en dat
niemand er over kan struikelen. Steek geen
wandelpaden en opritten over waar u de
kabel niet goed kunt vastmaken.
Figuur 1.3 -
Afstand tussen basistation en
wandcontactdoos
Max 15m
Hek van
basistation in het
gazon
Minstens 1m
van hoek
Laagspanning
kabel