Operation Manual

38
A-PRO Editor gebruiken
System Ex.
Een system exclusive-commando toewijzen (System Ex.).
U kunt tot vierentwintig byte invoeren.
Stel onderstaande parameters in.
Tabel 1: Speciale tekens gebruikt in het commando-invoerveld
Tabel 2: Gegevenstypes die u kunt ingeven in het veld "Data Type"
Item Inhoud
Commando-
invoerveld
U kunt een system exclusive-commando invoeren van maximaal
vierentwintig byte. Voer elke byte in als een hexadecimale waarde
gescheiden door een spatie van 1 byte.
Voor de invoer zijn onderstaande beperkingen van toepassing.
* Het commando moet beginnen met “F0” en eindigen met “F7.”
* U kunt niet meer dan één exclusive-commando invoeren.
* U kunt geen andere commando's dan een exclusive-commando
invoeren.
U kunt variabele gegevens of een controlesom ingeven met behulp van
de speciale tekens zoals beschreven onder “Tabel 1: Speciale tekens
gebruikt in het commando-invoerveld” (p. 38). Als u gebruik maakt van
het speciale teken “DT,” gebruik dan het veld "Data Type" om het
gegevenstype in te geven.
Data Type
Gebruik het speciale teken “DT” in het commando-invoerveld om het
gegevenstype te specificeren dat op die locatie moet worden ingevoegd.
Voor de gegevenstypes die kunnen worden ingesteld, zie “Tabel 2:
Gegevenstypes die u kunt ingeven in het veld "Data Type"” (p. 38).
Min Value Minimale gegevenswaarde
Max Value Maximale gegevenswaarde
Speciaal
teken
Beschrijving Details
DT
Locatie voor
gegevensinvoeging
De gegevens die in "Data Type" werden gespecificeerd,
worden ingevoegd.
SS
Begin van de
controlesomberekening
Als u gebruik maakt van de functie controlesomberekening,
gebruik dan dit speciale teken om het punt aan te geven
waar de controlesomberekening moet beginnen.
S1/S2
Locatie en type
controlesominvoeging
Als u gebruik maakt van de functie controlesomberekening,
gebruik dan dit speciale teken om het punt aan te geven
waar de controlesomberekening moet worden ingevoegd,
en het type ervan te bepalen.
S1: het meest gebruikelijke type, gebruikt door Roland en
andere fabrikanten.
S2: selecteer dit type als een andere methode dan S1 wordt
toegepast.
?n
Kanaal (? is een waarde
tussen 0 en 7)
Als u een kanaalnummer wilt invoegen in het exclusive-
commando, gebruik dan dit speciale teken om de locatie en
de hoogste vier bits ervan te bepalen (een vaste waarde
tussen 0 en 7). Het huidige kanaal van de A-PRO wordt
ingevoegd in het veld voor het kanaal.
?x
Bloknummer (? is een
waarde tussen 0 en 7)
Als u een GS bloknummer wilt invoegen in het exclusive-
commando, gebruik dan dit speciale teken om de locatie en
de hoogste vier bits ervan te bepalen (een vaste waarde
tussen 0 en 7). Het huidige kanaal van de A-PRO wordt in het
bloknummer omgezet en ingevoegd.
Gegevenstype
Gegevensgrootte
Bestemming van de gespecificeerde Min Value / Max Value
DT0: 7-bit 1 byte Bepaalt een bereik van 0 tot 127 (0–127)
DT1: 4-bit/4-bit 2 byte
Bepaalt het bereik van de eerste byte (0–15)
* De tweede byte heeft een vaste waarde tussen 0 en 15
DT2: 7-bit/7-bit
(MSB/LSB)
2 byte
Bepaalt het bereik van de MSB (0-127)
* De LSB heeft een vaste waarde tussen 0 en 127
DT3: 7-bit/7-bit
(LSB/MSB)
2 byte
Bepaalt het bereik van de MSB (0-127)
* De LSB heeft een vaste waarde tussen 0 en 127
DT4: 4-bit/
4-bit/4-bit/4-bit
4 byte
Bepaalt het bereik (0-255) tussen de negatieve richting (Min) en
de positieve richting (Max), met een middenwaarde op 8000h.
Voorbeeld invoergegevens
1. Voer het onderstaande in het commando-
invoerveld in.
F0 41 10 42 12 SS 40 1X 32 DT S1 F7
2.
Selecteer “DT0” in het veld "Data Type". Stel de
Min Value op “0” en de Max Value op “127” in.
F0 41 10 42 12 SS 40 1x 32 DATA SUM F7
Bloknummer 1 byte
Adres
Gegevens
ControlesomBerekeningsbereik
controlesom
A-300_500_800C_d.book Page 38 Thursday, December 10, 2009 4:49 PM