Operation Manual

48
MIDI-commando's toewijzen(EDIT-modus)
Met de A-PRO kunt u MIDI-commando's aan elk van de 44 controllers toewijzen: [B1]–[B4], [R1]–[R9], [L1]–[L9], [S1]–[S9], [A1]–[A8], HOLD (P1), EXPRESSION (P2), BENDER, MODULATION en
AFTERTOUCH. De Edit-modus wordt gebruikt om MIDI-commando's toe te wijzen. In deze rubriek wordt uitgelegd hoe MIDI-commando's aan de controllers kunnen worden toegewezen met
behulp van enkel het A-PRO toetsenbord.
U kunt ook een A-PRO Editor gebruiken om commando's toe te wijzen. Voor meer informatie, zie “A-PRO Editor gebruiken” (p. 22).
U kunt een van onderstaande functies aan elke controller toewijzen. Als u een MIDI-commando aan AFTERTOUCH wilt toewijzen, houdt u de [ACT]-knop
en de [ ]-knop tegelijkertijd ingedrukt, vervolgens drukt u een toets op het
klavier stevig in.
Wanneer u de toewijzing van een controller wijzigt, wordt de toewijzing
automatisch opgeslagen.
U kunt een toegewezen commando aan een andere controller toewijzen of de
toewijzing annuleren.
Voor meer informatie, zie “Een toewijzing kopiëren” (p. 56) of “Een toewijzing
verwijderen (NO ASSIGN)” (p. 56).
* Als u een system exclusive, een 1-byte systeemcommando (systeem realtime
commando's, tune request) of een ander gewenst commando tot 24 bytes wilt
toewijzen, dient u A-PRO Editor te gebruiken.
Een MIDI-commando op het A-PRO klavier toewijzen
Functie Zie pagina
NOTE p. 49
AFTERTOUCH p. 50
CONTROL CHANGE p. 51
PROGRAM CHANGE p. 52
RPN p. 53
NRPN p. 53
TEMPO p. 54
NO ASSIGN p. 56
A-300_500_800C_d.book Page 48 Thursday, December 10, 2009 4:49 PM