Operation Manual

107
Andere instellingen (Utility-knop)
Ch MODE 1 MODE 2
1Ð8 GS GS
9 GS Manual Drums
10 GS GS
11 GS Niets
12 GS Lower
13 GS Upper
14 GS Pedal Bass
15 GS Niets
16 GS Solo, Control
* Er zijn beperkingen wat betreft de types van MIDI-
boodschappen die de klankgenerator van het klavier kan
ontvangen. Voor details, zie ÒMidi ImplementationÓ (apart
verkocht).
Deze instelling blijft in het geheugen zitten, zelfs wanneer u het
toestel uitschakelt.
Send PC Switch (Verzending
van PC-nummers bepalen)
De verzending van PC (Program Change)-nummers kan u
aan of uit zetten.
fig.12-24
ON PC-nummers worden verzonden
OFF PC-nummers worden niet verzonden
Deze instelling blijft in het geheugen zitten, zelfs wanneer u het
toestel uitschakelt.
PC Number (PC-nummers
specifiëren)
U kan bepalen welk Program Change-nummer er vanuit
MIDI Out wordt verzonden wanneer u een Registration
kiest.
fig.12-26
Instelling Bank MSB (Bank Select MSB) 0-127
Bank LSB (Bank Select LSB) 0-127
PC Num (PC Number) 1-128
Kies de instellingen met de [ ] en [ ] Part-knoppen.
Master Tune
De basistoonhoogte van een instrument is meestal de
toonhoogte van de middelste A-noot. Met de ÒMaster TuneÓ-
parameter kan u deze basistoonhoogte gelijkzetten met de
toonhoogte van gelijk welk ander instrument dat
samenspeelt met de AT-20R/30R.
fig.12-27
Instellingen 415.3Hz Ð 466.2Hz (0.1 Hz units)
Door tegelijkertijd op de [+] en [-] Value-knoppen te drukken,
kan u de fabrieksinstelling (440.0 Hz) weer oproepen.
Deze instelling blijft in het geheugen zitten, zelfs wanneer u het
toestel uitschakelt.
LCD Contrast
Hiermee regelt u het contrast van de display.
fig.12-28
Mogelijke instellingen 1Ð10 (bij hogere waarden wordt
de display donkerder)
Deze instelling blijft in het geheugen zitten, zelfs wanneer u het
toestel uitschakelt.