Operation Manual

106
Diverse overige instellingen
Deze instelling bepaalt welke maatsoort er tijdens het opne-
men van uitgevoerde songs wordt gebruikt.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk een aantal malen op de Menu [ ] [ ]
knoppen om ‘Beat’ te selecteren.
fig.09-05
3. Druk op Value [-] [+] knoppen om de
gewenste maatsoort in te stellen.
Druk op de [Utility] knop om naar het basisvenster terug
te keren.
Als u tijdens het opnemen van uw uitvoering ritme
uitvoeringen of een automatische begeleiding afspeelt,
wordt de maatsoort automatisch ingesteld.
U kunt de maatsoort van eerder opgenomen songs niet
wijzigen.
U kunt het geluid van een bepaald spoor tijdelijk onhoorbaar
maken. Dit wordt ‘Track Mute’ genoemd.
1. Druk op de [Utility] knop.
2. Druk een aantal malen op de Menu [ ] [ ]
knoppen om ‘Track Mute’ te selecteren.
3. Druk op Value [-] [+] knoppen om te bepalen
welk spoor u onhoorbaar wilt maken.
Van links naar rechts zijn dit ‘R (ritmespoor), A (begelei-
ding), B (bas), L (lagere), U (hogere) S (solo) en C (Con-
trol)’.
Wat is een spoor?
De Composer van de ATELIER is met zeven sporen uitge-
rust. De volgende typen uitvoeringen worden op de spo-
ren opgenomen:
4. Druk op de [Rec] knop.
Het teken wijzigt in ‘-’, wat aanduidt dat het spoor
onhoorbaar is gemaakt.
5. Druk nogmaals op de [Rec] knop. De Mute
functie wordt geannuleerd.
Druk op de [Utility] knop om naar het basisvenster terug
te keren.
De maatsoort instellen (Beat)
Instelling
2/2, 0/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8,
9/8, 12/8
Een bepaald spoor onhoorbaar maken
(Track Mute)
NOTE
NOTE
Spoor Omschrijving
R (Rhythm
(ritme))
Ritme uitvoeringen, Drums/SFX
A (Accomp
(begeleiding))
Automatische begeleiding
(behalve bas)
B (Bass (bas))
Pedaalbasgeluid, bas Part van de
automatische begeleiding
L (Lower
(lagere))
Lagere Voice
U (Upper
(hogere))
Hogere Voice
S (Solo) Solo Voice
C (Control
(regelaars))
Paneel handelingen,
expressiepedaal handelingen