Operation Manual

205
Originele begeleidingsritmes creëren
Originele begeleidingsritmes creëren
Voices veranderen
7. Raak < > < > aan om het geluid
waarvan u de voice wilt veranderen te
selecteren.
8. Raak de naam van het instrument aan.
fig.RC-17.eps
9. Raak <-8> <-1> <+1> <+8> aan om de voice
te veranderen.
De Velocity veranderen
10.Raak < > < > aan om het geluid
waarvan u de Velocity wilt veranderen te
selecteren.
11.Raak de Velocity instelling aan.
fig.RC-18.eps
12.Raak <-10> <-1> <+1> <+10> aan om de
Velocity te veranderen.
Geluiden verplaatsen
13.Raak < > < > aan om het geluid
dat u wilt verplaatsen te selecteren.
14.Raak de ‘Meas Beat Tick’ instelling aan.
De noot-locatie weergave gebruikt ‘Maat: tel: tik’ als het
formaat. Een tik is een tijdseenheid die korter is dan een
tel.
fig.RC-16.eps
15.Raak <-30> <-1> <+1> <+30> aan om het
geluid te verplaatsen.
Met de Rhythm Customize functie worden noot locaties
uitgedrukt in ‘Maat: tel: tik’. Een tik is de kleinste eenheid die
gebruikt wordt voor het aanduiden van de locatie van de
noot; er zijn 120 tikken in een kwartnoot. Noten worden
gewoonlijk aangeduid zoals hieronder wordt getoond. De
tikken van elke noot hebben de volgende eigenschappen.
Kwartnoot Achtste noot
fig.RC_tick-01.eps
Achtste triool Zestiende noot
fig.RC_tick-03.eps, fig.RC_tick-02.eps
De tikken van elke noot hebben de volgende eigenschappen.
Noot Tik
Kwartnoot 0 (Elke 120 tikken)
8ste noot 0, 60 (Elke 60 tikken)
8ste triool 0, 40, 80 (Elke 40 tikken)
16e noot 0, 30, 60, 90 (Elke 30 tikken)
(1 maat1 beat: 0 tik)
1: 1: 0
1: 2: 0 1: 3: 0 1: 4: 0 1: 1: 0 1: 1: 60 1: 2: 0 1: 2: 60
1: 1: 0 1: 1: 40 1: 1: 80
3
1: 1: 0 1: 1: 30 1: 1: 60 1: 1: 90