Operation Manual

213
Verscheidene andere instellingen
Verscheidene andere instellingen
Met deze instelling kunt u de maximale hoeveelheid
toonhoogte verandering (bereik) kiezen, die toegestaan wordt
wanneer Pitch Bend wordt gebruikt. De reeks kan tussen 1-12
worden ingesteld (in eenheden van halve tonen, met een
maximum van één octaaf).
1. Raak <Sound/KBD> in het hoofdscherm aan.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Raak <Controller> aan.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Raak < > < > aan om de Pitch Bend
Range weer te geven.
fig.09-14.eps
4. Raak de Pitch Bend Range instelling aan.
fig.09-15.eps
5. Raak < > < > aan om de instelling te
veranderen.
6. Raak <Exit> aan.
Drums/SFX is op een reeks van één octaaf vastgezet,
ongeacht deze instelling.
U kunt de gevoeligheid van de D Beam controller aanpassen.
Als deze instelling wordt verhoogd, zal de D Beam controller
sterker reageren.
De gevoeligheid van de D Beam controller kan variëren,
afhankelijk van de helderheid van de omgeving. Als deze niet
naar verwachting werkt, stelt u de gevoeligheid opnieuw in.
1. Raak <Sound/KBD> in het hoofdscherm aan.
Het Sound/Keyboard scherm verschijnt.
2. Raak <Controller> aan.
Het Controller scherm verschijnt.
3. Raak < > < > aan om de D Beam
Sensitivity weer te geven.
fig.09-14.eps
4. Raak de D Beam Sensitivity instelling aan.
fig.09-15.eps
5. Raak < > < > aan om de instelling te
veranderen.
6. Raak <Exit> aan.
Deze instelling blijft in het geheugen opgeslagen, ook nadat
de stroom is uitgezet.
De Pitch Bend Range veranderen
Instelling
1-12 (stappen van halve tonen)
NOTE
De gevoeligheid van de D Beam
controller aanpassen
Instelling
1–10