Operation Manual

224
Verscheidene andere instellingen
U kunt het Program Change nummer dat via de MIDI Out
aansluiting wordt verzonden specificeren, wanneer een
registratie is geselecteerd.
1. Raak <System> in het hoofdscherm aan.
Het System scherm verschijnt.
2.
Raak < > < > aan om de Bank MSB (Bank
Select MSB), Bank LSB (Bank Select LSB) of PC
Number (Program Change nummer) weer te
geven.
fig.00-37.eps
3.
Raak <Bank MSB>, Bank LSB> of <PC Number>
instelling aan.
fig.09-28.eps
4.
Raak < > < > aan om de instelling te
veranderen.
5.
Raak <Exit> aan.
Dit instrument bevat twee geluidsgenerators: één voor het
afspelen van GM2/GS data, en één voor uitvoeringen op het
toetsenbord.
Normaalgesproken bestuurt data, die via de MIDI In
aansluiting wordt ontvangen, alleen de geluidsgenerator
voor het afspelen van GM2/GS data.
Echter, door de MIDI IN Mode instelling te veranderen, kunt u
ook de toetsenbord geluidsgenerator vanaf MIDI In besturen.
1. Raak <System> in het hoofdscherm aan.
Het System scherm verschijnt.
2.
Raak < > < > aan om de MIDI IN Mode
weer te geven.
fig.09-24.eps
3.
Raak de MIDI IN Mode instelling aan om tussen
‘MODE 1’ en ‘MODE 2’ te schakelen.
Elke keer dat u de MIDI IN Mode instelling aanraakt, zal
deze tussen ‘Mode 1’ en ‘Mode 2’ afwisselen.
Het PC nummer instellen
Menu Instelling
Bank MSB 0–127
Bank LSB 0–127
PC Number 1–128
MIDI IN Mode
Instelling
Omschrijving
MODE 1
Bestuur het instrument als een GS
geluidsgenerator.
MODE 2
Kanalen 5 tot 10 en kanalen 12, 14, 15
worden naar de GS geluidsgenerator
gestuurd, en alle andere kanalen worden
naar de toetsenbord geluidsgenerator
gestuurd.
Kanaal MODE 1 MODE 2
1 GS solo
2 GS Pedal/GS *
3 GS Lower
4 GS Upper
5–10 GS GS
11 GS Drums/SFX
12 GS GS