Operation Manual

212
Verklarende woordenlijst
Arrangement
Dit verwijst naar veranderingen die in een origineel liedje
zijn aangebracht, door het toevoegen van een nieuwe bege-
leiding of het veranderen van de gebruikte instrumenten.
Automatische begeleiding
Automatische begeleiding die gaat spelen, wanneer slechts
enkele toetsen in het lage gedeelte van het toetsenbord
worden ingedrukt om het akkoord aan te geven.
Basisakkoord
Dit verwijst naar de akkoordtypes die het meest gebruikt
worden: majeur akkoorden, mineur akkoorden, mineur
septiem akkoorden, mineur septiem (5) akkoorden, domi-
nant septiem akkoorden en verminderd septiem akkoorden.
Akkoord
Noten van twee of meer toonhoogtes die gelijktijdig klinken.
Akkoorden die uit drie noten bestaan worden “drieklanken”
genoemd. Dit zijn de meest basale type akkoorden.
Chorus
Een effect dat ruimtelijkheid aan het geluid toevoegt, en het
rijker van klank maakt.
Einde (Ending)
Dit is het laatste gedeelte van de begeleiding. Als u de auto-
matische begeleiding stopt, zal de AT-90S/80S/60S een
einde dat bij het ritme past spelen.
Glide
Een effect dat de toonhoogte tijdelijk verlaagt, en vervolgens
geleidelijk naar de normale hoogte terugbrengt.
Intro
Dit is het introducerende gedeelte van een automatische
begeleiding. De AT-90S/80S/60S zal een intro spelen, dat
perfect bij ieder ritme past, wanneer de automatische begelei-
ding begint met spelen.
Omkering
Als de laagste noot van een akkoord de grondtoon is, zegt
men dat het akkoord zich in de grondtoon positie bevindt.
Akkoordvormen waarin andere noten de laagste toon zijn,
worden “omkeringen” genoemd.
Mute
Om een geluid stil te maken. De AT-90S/80S/60S voorziet in
een Track Mute functie, waarmee u de Track knop indicator
van een track, waarop muikale data is opgenomen, uit kunt
zetten, zodat de corresponderende track tijdelijk tot zwijgen
wordt gebracht.
Paneelinstellingen
Instellingen als geluidsselecties, tempo, Rotary snel/lang-
zaam.
Pitch Bend
Een effect dat de toonhoogte op vloeiende wijze verlaagt of
verhoogt.
Registratie
Een data eenheid die de uitvoeringsstaat van het instrument
bevat, zoals geluidsselecties en paneelinstellingen.
Reverb
Een effect dat de weerkaatsing van een kamer of concertzaal
simuleert.
Grondtoon
De grondtoon is de basis van een akkoord. Alle akkoorden
worden op een grondtoon gebouwd. Het is het gedeelte van
de akkoordnaam dat in hoofdletters wordt aangegeven.
Rotary
Een effect dat de modulatie van een geluid simuleert,
wanneer een roterende luidspreker wordt gebruikt. Het
Rotary effect produceert twee types modulatie: snel (fast) of
langzaam (slow).
Split
Een functie waarmee het toetsenbord in twee of meerdere
gedeeltes kan worden verdeeld, en een ander geluid aan elk
gedeelte kan worden toegewezen. Het punt waarop het toet-
senbord wordt verdeeld wordt het “splitspunt” genoemd.
Sustain
Een effect dat decay aan iedere noot toevoegt. Op de AT-
90S/80S/60S kan de sustain op de stemmen van het
onderste, bovenste en pedaal gedeelte worden toegepast.
Vibrato
Een effect dat de toonhoogte cyclisch moduleert.
Voice (Stem)
De AT-90S/80S/60S kan de geluiden van verscheidene
instrumenten produceren. Deze geluiden worden “Voices”
(stemmen) genoemd.