Operation Manual
127
Originele patronen creëren
Hoofdstuk 4
4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop
de maat, de maatslag en de klik in van het patroon
waarmee u wilt starten.
Maat
Hiermee stelt u het aantal maten van het op te nemen
patroon in.
Geldige instellingen: 1–999
Tempo
Tijdens opname stelt u hiermee het tempo in om het
patroon te bevestigen.
Geldige instellingen: 25,0–250,0
* De tempo-instelling hier is alleen bedoeld als bevestiging van
de patroonopname. Dit tempo wordt niet in het patroon
opgeslagen (u kunt geen individuele tempo-instellingen voor
de patronen zelf maken).
Time Signature
Hiermee stelt u de maatslag in voor het op te nemen
patroon.
Geldige instellingen: 1/1–8/1, 1/2–8/2, 1/4–8/4, 1/8–8/8
Quantize
Hiermee stelt u de quantize-functie in.
Door quantize in te stellen, kunt u de geluiden conform
voorgeprogrammeerde nootlengtes in laten voeren,
zodat u tegenstrijdigheden in de input-timing elimineert.
* Druk op "HI" als u de timing voor het invoeren van de
geluiden wilt behouden.
Geldige instellingen:
Kwartnoot Triool van 16de noten
Triool van kwartnoten
Tweeëndertigste noot
Achtste noot Triool van 32ste noten
Triool van 8ste noten
HI
Zestiende noot
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "REC"
te zetten en druk op [ENTER].
Het aftellen wordt afgespeeld, en vervolgens start
Realtime Recording.
* U kunt Realtime Recording ook starten door op de [REC]-knop
te drukken.
6. Stel met Fader 1 de velocity in (hoe "hard" de noot
wordt gespeeld) voor de geluiden die vanaf de huidige
positie moeten worden ingevoerd.
De huidige velocity-waarde wordt kort aangegeven op
de plaats waar normaal de maatwaarde verschijnt.
fig.03-404d
7. De drumgeluiden met de gewenste timing instellen.
Gebruik REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden in te
voeren.
U kunt tussen UPPER (hogere) en LOWER (lagere) drum-
geluiden wisselen door op [RHYTHM PAD] te drukken.
[RHYTHM PAD] brandt
Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] KICK
REC TRACK [2] SNARE
REC TRACK [3] CLOSED HIHAT
REC TRACK [4] OPEN HIHAT
REC TRACK [5] CRASH CYMBAL
REC TRACK [6] RIDE CYMBAL
[RHYTHM PAD] knippert
Maakt de invoer van LOWER drumgeluiden mogelijk.
REC TRACK [1] CROSS STICK
REC TRACK [2] COWBELL
REC TRACK [3] TOM1
REC TRACK [4] TOM2
REC TRACK [5] TOM3
REC TRACK [6] TOM4
U kunt het drumgeluid dat momenteel wordt ingevoerd,
bevestigen door de matrix in het onderste gedeelte van
de display te controleren.
Weergegeven in de matrix
U kunt het tempo waarop elk ritmisch instrument speelt,
in de matrix op de display bevestigen.
Het ▼ teken in het onderste gedeelte van de matrix geeft
het tempo van de maatslag aan.
Velocity