Operation Manual

189
Een instrument stemmen (Tuner)
Hoofdstuk 8
Stemmen
1. Sla de snaar aan die u wil stemmen.
Op de display verschijnt de naam van de noot die het
dichtst bij de gespeelde toonhoogte ligt.
* Sla de snaar één keer los aan.
2. Stem verder tot de nootnaam van de snaar die u stemt,
op de display verschijnt.
Normale stemming
3. Houd de stemgeleider in de gaten als u uw instrument
stemt, en zorg ervoor dat de verticale lijn onder het
-teken wordt weergegeven.
Ligt de toonhoogte van de snaar binnen de +/-50 cents van
de correcte toonhoogte, dan geeft de stemgeleider de af-
wijking tussen de werkelijke en de correcte toonhoogte aan.
Uw instrument is boven de weergegeven noot gestemd (#)
fig.05-203d
Uw instrument is op de weergegeven noot gestemd
fig.05-204d
Uw instrument is onder de weergegeven noot gestemd (b)
fig.05-205d
4. Herhaal stappen 1–3 om de andere snaren te stemmen.
* Als u een gitaar met een vibratohendel stemt, kunnen door het
stemmen van één snaar de andere snaren lichtjes ontstemd
geraken. In dat geval dient u eerst de snaren bij benadering te
stemmen zodat de correcte nootnaam verschijnt en daarna
iedere snaar juist te stemmen.
De referentietoon instellen
De referentietoon verwijst naar de frequentie van de A4-toets
(d.w.z. de centrale "A" op een pianoklavier) van het
instrument die als referentietoon dient (bijv. een piano).
Op de BR-900CD kunt u de referentietoon van de stem-
functie op elke willekeurige waarde tussen 435 en 445 Hz
instellen.
* De fabrieksinstelling van deze parameter is 440 Hz.
1. Druk op [TUNER] om naar het Tuner-scherm te gaan.
fig.05-206d
2. Wijzig de referentietoon met de TIME/VALUE-draaiknop.
Calib (kalibreren): 435–445 Hz
3. Druk nogmaals op [TUNER] (of druk op [EXIT]) om
naar het Play-scherm terug te keren.
De referentietoon die u hier instelt, wordt gebruikt als de
referentietoon voor pitch correction (p. 116).
7e
snaar
6e
snaar
5e
snaar
4e
snaar
3e
snaar
2e
snaar
1e
snaar
Gitaar B E A D G B E
Bas B E A D G