Operation Manual

37
Een song opnemen/weergeven
Snelle start
(6) Rhythm gebruiken
Wat is Rhythm?
Bij het opnemen is de ingebouwde Rhythm erg handig.
Rhythm is een apart ritmespoor dat niet alleen weerklinkt als
begeleiding tijdens opnamen, maar dat u ook kunt gebruiken
om zowel interne als zelfgemaakte ritmepatronen weer te
geven, en om deze patronen weer te geven of op te nemen als
uw eigen ritmische uitvoeringen.
Door bij opname Rhythm te gebruiken, kunt u met de spoor-
editor in eenheden van maten editeren, uitgaande signalen
met een extern apparaat synchroniseren en andere handige
functies uitvoeren. Raadpleeg voor meer informatie “De
uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)” (p. 67) en
“Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren” (p. 158).
U kunt ook het tempo of ritmepatroon in de loop van een
song wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie “Hoofdstuk
4 Rhythm gebruiken” (p. 119).
Rhythm heeft twee functies: pattern en arrangement.
Pattern (patroonfunctie)
U kunt bestaande patronen uitvoeren en uw eigen patronen
maken.
Arrangement (arrangementfunctie)
U kunt bestaande arrangementen uitvoeren en uw eigen
arrangementen maken.
Patronen en arrangementen worden samengesteld zoals
hieronder beschreven.
Patronen
Dit zijn frasen van drumuitvoeringen met een lengte van
één tot verscheidene maten.
De interne patronen (voorgeprogrammeerde patronen)
omvatten patronen voor intro’s, coupletten, fill-ins en eindes.
Arrangementen
Een song bestaat uit patronen die in de volgorde waarop ze
worden uitgevoerd (bijvoorbeeld intro, couplet, fill-in en
einde), worden gearrangeerd en op het geselecteerde tempo
worden afgespeeld.
fig.00-416
De Rhythm is voorgeprogrammeerd met een grote variatie
aan arrangementen, inclusief het geluid van een gewone
metronoom. Raadpleeg “Lijst van arrangementen/patronen”
(p. 206) voor meer informatie over de voorgeprogrammeerde
arrangementen.
Rhythm weergeven
Telkens als u op [ARRANGE/PATTERN/OFF] van Rhythm
drukt, verandert de status zoals in onderstaande afbeelding.
fig.00-417
ARRANGE: brandt (arrangementfunctie)
Wanneer u op [PLAY] drukt om het ritmearrangement weer
te geven of op te nemen. Wanneer u op [STOP] drukt, stopt
ook het ritmearrangement.
PATTERN: knippert (patroonfunctie)
Wanneer u op [PLAY] drukt om het ritmepatroon weer te
geven of op te nemen. Wanneer u op [STOP] drukt, stopt ook
het ritmepatroon. Er wordt geen geluid weergegeven als u
"BREAK" kiest als patroon (p. 207).
OFF: uitgedoofd
De Rhythm-functie is uitgeschakeld.
* Gebruik de Rhythm-fader om het volume van Rhythm te regelen.
fig.00-418a
Arrangementen wijzigen
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF]
totdat de indicator oplicht.
fig.00-418
2. Selecteer een arrangement.
Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-
draaiknop om de Preset/Song en het nummer te kiezen.
fig.00-419d
Intro Couplet Fill-in Couplet Einde
P: Preset / S: Song
Arrangementnaam
Nummer