Operation Manual

58
Sporen samenvoegen (Bouncing)
Hoewel u met de BR-900CD acht sporen tegelijk kunt
weergeven, kan het toch gebeuren dat u te weinig vrije
sporen hebt. Met de BR-900CD kunt u sporen vrijmaken door
de opnamen van meerdere sporen samen te voegen op één
spoor (V-Track). Dit heet "bouncing" (ook wel: bounce
recording of ping-pong recording). Door op deze manier
meerdere sporen te combineren, kunt u andere sporen
vrijmaken voor de opname van extra uitvoeringen.
Ter illustratie mixen we in onderstaand voorbeeld de mono-
opname op sporen 1 en 2 en de stereo-opname op sporen 3
en 4 en bouncen we ze op V-Track 2 van sporen 3 en 4.
1. Stel de pan voor de sporen 1 en 2 naar wens in, voor
spoor 3 helemaal links (L50) en voor spoor 4 helemaal
rechts (R50).
“De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen” (p. 42)
2. Speel de song af en pas de volumes van de sporen 1 tot
4 aan met de REC TRACK-faders.
Het algemene volume regelt u met de MASTER-fader.
Zet het volume nu zo hoog mogelijk zonder dat het
geluid vervormt.
Verlaag de faders van de sporen die u niet wilt mixen.
* Bij Bounce Recording kunt u de geluiden opnemen met insert-
effecten (p. 84), loop-effecten (p. 108), Track-EQ (p. 110) of
tooncorrectie (p. 114). Raadpleeg “Veranderen hoe de insert-
effecten volgens de functie worden gebruikt” (p. 87) voor het
gebruik van insert-effecten.
3. Druk op [STOP].
4. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display
"BOUNCE" als REC MODE staat aangegeven.
De INPUT SELECT-indicator gaat uit en de input-bron
wordt automatisch uitgeschakeld. Dit betekent dat de
input-bron niet mee gemixt of opgenomen wordt tijdens
Bounce Recording.
* Als u echter wel een input-bron mee wilt opnemen, kunt u deze
selecteren met [INPUT SELECT]. Op dit moment kunt u loop-
effecten (p. 108) op het geluid van de input-bron toepassen.
5. Als u het ritme ook in uw mix wilt opnemen, verhoogt
u de Rhythm-fader.
Verlaag de fader, als u het ritme niet wilt opnemen.
Bij bouncing kunt u acht sporen tegelijkertijd weergeven,
en ze allemaal op één afzonderlijke V-Track opnemen.
Als u met INPUT SELECT input-bronnen hebt
geselecteerd, kunt u die geluiden samen opnemen.
Verder kunt u de geluiden van de Rhythm-functie
aan de opname toevoegen.
fig.01-601
TRACK 8-V1
TRACK 7-V1
TRACK 6-V1
TRACK 5-V1
TRACK 4-V1
TRACK 3-V1
TRACK 2-V1
TRACK 1-V1
RHYTHM
Sporen 1–8
TRACK 8-V2
TRACK 7-V2
Aparte V-Track
INPUT
Ritme