Operation Manual

11
Beschrijving van de panelen
Voorpaneel
[Power]-schakelaar
Hiermee schakelt u
het toestel in en uit.
ORGAN BASS-kantelknoppen
Hiermee kiest u een orgelbasklank
die u ofwel op de linkerhelft van het
klavier (Split) of via een extern PK-5A
pedalenklavier (optie) kunt spelen.
Music Recorder-knoppen
Hiermee kunt u de weergave of op-
name van uw muziek starten en stop-
pen. Als u [Function] ingedrukt houdt
en u drukt op [PLAY/PAUSE], dan kunt
u naar de demosongs luisteren.
Fortepiano-knoppen
Hiermee kiest u fortepianoklan-
ken. De Fortepiano-sectie kan
niet tegelijkertijd gebruikt worden
met de ORGAN-, Harpsichord- of
Others-sectie.
Harpsichord-knoppen
Hiermee kiest u clavecimbelklan-
ken. De Harpsichord-sectie kan niet
tegelijkertijd gebruikt worden met de
ORGAN-, Fortepiano- of Others-sectie.
Others-knoppen
Hiermee kunt u klanken
kiezen die u apart kunt
gebruiken of in combinatie
met de ORGAN-sectie.
[Function]-knop
Deze knop geeft toegang tot de
Song- en Demo-functies en tot de
registratiegeheugens.
CLASSIC ORGAN-kantelknoppen
Hiermee kiest u een orgelklank. U kunt meerdere klanken tegelijker-
tijd gebruiken. Bovendien zijn er vier verschillende klanken per kan-
telknop. De CLASSIC ORGAN-sectie kan niet tegelijkertijd gebruikt
worden met de Harpsichord- of Fortepiano-sectie.
[Volume]-knop
Hiermee regelt u het volume.
[Pitch]-knop/Indicators
Hiermee kiest u de gewenste
referentietoonhoogte.
[Reverb]-knop
Hiermee regelt u de diepte
van het galmeffect.
[Satellite Volume]-knop
Hiermee regelt u het volume van
de satellietluidsprekers.
[Temperament]-knop/Indi-
cators
Druk op deze knop om van stem-
ming te veranderen. De indicator
van de gekozen stemming licht
op.