Operation Manual

17
Benamingen en functies
Pistons
11.
[SET] piston
Dit slaat een combinatie van klanken (registratie) in een algemeen
geheugenventiel op.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
12.
Algemene geheugenventielen [1]-[5]
Al deze pistons kunnen de combinatie van klanken (registratie) voor
het gehele orgel opslaan.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
13.
Memory Bank Select [M-] piston/[M+] piston
Gebruik deze pistons om van geheugenbanken af te wisselen, als u
meer dan zes combinaties van klanken wilt gebruiken.
‘Een registratie uit een andere geheugenbank oproepen’ (p.49).
14.
[NEXT] piston
Dit wordt ingedrukt om de instellingen die in het volgende
algemene geheugenventiel zijn opgeslagen, in numerieke volgorde,
als volgt op te roepen: 1
2
3.
‘Registraties opeenvolgend oproepen’ (p.49).
15.
Bas koppeling [BASS] piston
Dit maakt dat de laagste noot die op het lage manuaal wordt
gespeeld, door de PEDAL divisie klank ten gehore wordt gebracht.
‘De Bas koppeling gebruiken’ (p.33).
16.
Melodie koppeling [MEL] piston
Dit maakt dat de hoogste noot die op het lage manuaal wordt
gespeeld, door de MAN II divisie (hoge manuaal) klank ten gehore
wordt gebracht.
“De melodie koppeling gebruiken’ (p.32).
17.
[STOP] piston
Dit stopt het afspelen of opnemen van een song.
18.
[PLAY/PAUSE] piston
Dit start of pauzeert het afspelen van een song.
‘Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te
spelen’ (p.50).
19.
[REC] piston
Gebruik dit als u uw spel wilt opnemen.
‘Uw spel opnemen’ (p.56).
20.
General Cancel [0] piston
Dit stelt het orgel in een staat waarin alle tabletten en koppelingen
worden geannuleerd, zodat er geen klanken geselecteerd zijn.
Het is handig om dit piston te gebruiken als u een combinatie van
klanken helemaal vanuit het niets wilt specificeren.
‘De klankinstellingen opnieuw instellen (General Cancel)’ (p.47).
3
15 17 1914 16 18 20
5 8 9 6 10