Operation Manual
3
Aansluitingen
• Het gebruik van een adapter wordt aangeraden, omdat het elektrisch verbruik van
het apparaat relatief hoog is. Geeft u de voorkeur aan batterijen, gebruik dan bij
voorkeur alkaline batterijen.
• Er kan ruis ontstaan, wanneer er draadloze communicatie apparatuur, zoals
draadloze telefoons, in de buurt van dit apparaat staan. Zo'n geluid zou kunnen
ontstaan wanneer u zelf telefoneert of getelefoneerd wordt of tijdens een
telefoongesprek. Indien u deze klachten ondervindt, is het raadzaam deze draadloze
apparatuur verder van dit apparaat af te zetten of uit te schakelen.
• Gebruik een Roland kabel voor de aansluiting. Wanneer u een ander merk
aansluitkabel gebruikt, volg dan de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor de aansluiting van
dit apparaat geen kabels met weerstanden. Het gebruik van dit soort kabels kan
een extreem laag geluidsniveau geven of een onmogelijk hoorbaar niveau. Voor
informatie over kabelspecificaties, dient u met de fabrikant contact op te nemen.
• Wanneer het apparaat op batterijen gebruikt wordt, krijgt u stroom als u de
aansluitstekker in de INPUT R (MONO) jack plugt.
• Om te voorkomen dat speakers of andere apparatuur niet goed werken en/of
beschadigd raken, zet altijd het volume laag en zet de stroomtoevoer aan alle
apparatuur af, voordat u enige aansluiting maakt.
• Als het apparaat batterijen bevat, wanneer u een adapter gebruikt, zal normale
werking doorgang vinden als de snoerstroom onderbroken wordt
(electriciteitsuitval of stroomtoevoer onderbreking).
• Wanneer alle aansluitingen gedaan zijn, zet dan de stroomtoevoer tot uw andere
apparatuur in gespecificeerde volgorde aan. Door apparatuur in de verkeerde
volgorde aan te zetten, riskeert u schade en/of slecht functioneren van uw speakers
en andere apparatuur.
• Bij aanzetten van apparatuur: Zet als
laatste
de stroom van uw gitaar versterker aan.
• Bij afzetten van apparatuur: Zet als
eerste
de stroom van uw gitaar versterker af.
• Zorg er altijd voor dat het volume laag staat, voordat u het apparaat aan zet. Zelfs als
het volume op zijn laagste stand staat, kunt u een geluid horen, wanneer u het
apparaat aan zet. Dit is normaal en duidt niet op slecht functioneren van het apparaat.
• Als u het apparaat alleen op batterijen laat werken, zal het indicator lampje vager
worden, wanneer de batterijen leeg beginnen te raken. Vervang de batterijen dan zo
snel mogelijk.
• Zet het apparaat uit, voordat u de koptelefoon aansluit. Wanneer u het apparaat weer
uit zet, haal dan eerst de koptelefoon uit het apparaat en schakel het apparaat dan uit.
• Wees extra voorzichtig wanneer u de koptelefoon gebruikt en de LEVEL-schakelaar
tot +4dBu gezet is, het volume kan dan aanzienlijk hoger zijn.